Na zeven jaar “Buitengebied in Balans, samen groots, samen doen!” (BiB) zijn we nu zover dat we in de loop van dit jaar een volgende stap kunnen zetten in de ontwikkeling van ons mooie buitengebied.
Het afgelopen jaar is stevig doorgewerkt aan het opstellen en vervolmaken van de Omgevingsvisie Buitengebied voor onze gemeente. 

De gemeenteraad stelt dit jaar de Omgevingsvisie vast. Een logische voortzetting en aanvulling van Buitengebied in Balans. De in de Omgevingsvisie vastgelegde ambities leggen de basis voor de ontwikkeling van het buitengebied voor de komende jaren. Vooral het thema gezonde leefomgeving voor mens en dier krijgt hierin uitdrukkelijk zijn plaats. Daarbij worden andere onderdelen zoals de veranderingen (transitie) in de agrarische sector, energietransitie, klimaatadaptatie, maar ook mogelijke verdienmodellen en nieuwe economische activiteiten niet uit het oog verloren. Het gaat immers nog steeds om de BALANS.

De omgeving is overigens in het afgelopen jaar niet eenvoudiger geworden. Met name de Stikstofproblematiek en zaken als de PFAS, die inmiddels algemeen bekend op de landelijke en provinciale agenda’s staan spelen hierin een grote rol. Mogelijk komen oplossingen in het komende jaar in zicht.

Nederweert heeft reeds lang geconstateerd dat voortgang in de beheersing van de problematiek van het buitengebied zeer gebaat is bij samenwerking met alle partijen die hier een rol bij spelen. Dat zijn natuurlijk de agrarische ondernemers en hun vertegenwoordigers, maar zeker ook de natuur- en milieuorganisaties en anderen die het buitengebied een goed hart toedragen. Daarnaast heeft de ervaring ook geleerd dat het onderhouden van een nauw contact met andere gemeenten, de provincie en het waterschap belangrijk is. Wij participeren daarom ook in een aantal verschillende lokale, regionale en provinciale overleg en samenwerkverbanden.

Het komende jaar kent de nodige uitdagingen. Wij zullen o.a. moeten zorgen dat de aanpak van de fijnstofknelpunten van de grond komt en datzelfde geldt voor het kiezen van de juiste oplossing voor het probleem van de plattelandswoningen Daarnaast krijgen we nu daadwerkelijk te maken met agrarische ondernemers die gaan stoppen via de stoppersregeling of via de warme sanering varkenshouderij. Allerlei andere ontwikkelingen kunnen daar nog bij komen. 

Kortom: genoeg te doen zowel voor het bestuur als voor de medewerkers van onze gemeente, maar zeker ook voor iedereen die op wat voor manier dan ook bij het buitengebied betrokken is.
Daarom wens ik ons allen veel inspiratie en veel succes met de werkzaamheden die wij enthousiast ook in het komende jaar voor ons buitengebied gaan doen.

Frank Voss, wethouder van Nederweert.

1. Samenvatting en leeswijzer

Voor u ligt het zevende jaarplan voor Buitengebied in Balans, samen groots, samen doen! Het programma dateert van 2013. De gemeenteraad wilde toen meer samenhang tussen onderwerpen die in het buitengebied spelen. Het programma Buitengebied in Balans is het verbindende element in ons mooie buitengebied. Het koppelt samenwerking, inhoud en processen. Samen met inwoners, bedrijven, buurgemeenten, andere overheden en maatschappelijke partners experimenteren we met proeftuinen en ontwikkelen we bouwstenen voor de omgevingsvisie. 

Ook in 2019 gingen we door met de aanpak van Buitengebied in Balans. Die is immers beproefd en doorleefd binnen de eigen organisatie en de netwerken waarin we werken. 

Met de komst van een nieuwe coalitie kreeg een gezonde woon- en leefomgeving meer aandacht. Dit zorgde onder meer voor een bestemmingsplan waarmee uitbreiding en vestiging van nieuwe geitenhouderijen wordt voorkomen, een verlenging van het voorbereidingsbesluit voor fijn stof knelpunten en de ondertekening van het Schone Lucht Akkoord. 
De resultaten van zes jaar Buitengebied in Balans zijn in 2019 verwerkt in het voorontwerp omgevingsvisie Buitengebied. Voor het opstellen van de omgevingsvisie is een intensief proces gevolgd waar veel partijen bij betrokken zijn. Onder andere via gesprekken met belanghebbenden, themawerkgroepen, een enquête en keukentafelgesprekken is het voorontwerp opgesteld. In 2020 ronden we dit proces af. In de regio hebben we een coördinerende rol in het loket voor de stoppende boer.

Het afgelopen jaar voerden we gesprekken met vijf bedrijven die een fijnstofknelpunt zijn. De toegezegde financiële bijdrage vanuit het Rijk is helaas (nog) niet concreet gemaakt voor deze bedrijven. Wij hopen dit mede door de ondertekening van het Schone Lucht Akkoord in een stroomversnelling te brengen.

In 2020 verbreden we Buitengebied in Balans op weg naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2021. De aanpak past in de werk- en denkwijze van de Omgevingswet: open, uitnodigend en innovatief. Dit bereiken we door meer ruimte te geven voor initiatieven en maatwerk te leveren. De ervaringen met Buitengebied in Balans bundelen we dit jaar en gebruiken we om de nieuwe manier van werken in de organisatie in te voeren. 

In de omgevingsvisie Buitengebied legt de raad in 2020 de ambitie vast voor de komende jaren op de thema’s gezonde leefomgeving, verdienvermogen, klimaatverandering en gebiedsontwikkeling.
De omgevingsvisie Buitengebied vormt daarmee ‘onze nieuwe standaard’ voor projecten en activiteiten in het buitengebied. De visie vervangt de functie van het programma Buitengebied in Balans. Uiteraard blijft het begrip ‘Buitengebied in Balans’ bestaan. Het typeert de Nederweerter aanpak in het buitengebied.

Hoofdstuk 2 biedt een overzicht van de resultaten van 2019. In bijlage 1 worden deze resultaten uitgebreid toelicht.

Hoofdstuk 3 beschrijft wat we in 2020 allemaal doen. Niet alleen in Nederweert, maar ook in samenwerking met andere partijen in de regio. 

Hoofdstuk 4 geeft de financiële onderbouwing van het programma.

Samenvatting jaarplan 2020

Op welke onderdelen werken we samen?

Gebiedsbureau Weert, Nederweert, Leudal

  • Netwerk, verbinding bedrijf en omgeving.
  • Platteland in Ontwikkeling Weerterland.
  • BP Vitaal Platteland

Samenwerking Midden-Limburg

  • Begeleiding stoppende boer (loket)
  • Food NL
  • Deelname novi-gebied Zuidoostelijke zandgronden

Werkgroep Schone Stallen

  • gezonde leefomgeving
  • innovatie
  • circulair produceren
  • samenwerking & kennisopbouw

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

  • Aanpak fijn stof knelpunten. Op welke manier werken we.

Op welke manier werken we. 

  • Dialoog stimuleren
  • Interactief proces omgevingsvisie buitengebied
  • Proeftuinen
  • Bedrijfscontactfunctionaris
  • Netwerken en verbinden
  • Integraliteit opzoeken
  • Meedenken in externe processen

Wat staat centraal in 2020

  • Vast stellen Omgevingsvisie buitengebied.
  • Afspraken met bedrijven knelpunten fijn stof.
  • Intrekken latente ruimte.
  • Omgevingsprogramma luchtkwaliteit.
  • Stimuleren natuurinclusieve landbouw.
  • Plan van aanpak plattelandswoning.
  • Activiteitenplan toerisme en recreatie. 
  • Verbindende rol bedrijfscontactfunctionaris.
  • Doorontwikkeling in organisatie naar ander werken onder de omgevingswet.

Waar brengen we onze kennis in

  • Nationale Omgevingsvisie (Novi).
  • Novi-gebied Zuid Oostelijke Zandgronden.
  • Provinciale Omgevingsvisie Limburg (Povi).
  • Schone Lucht Akkoord.
  • Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland

2. Jaarverslag 2019: Wat hebben we in 2019 gedaan?

In 2019 werkten we zowel regionaal als binnen de gemeente samen aan het programma buitengebied in balans. Hieronder volgt een opsomming van de resultaten van 2019. Om het overzicht te bewaren zijn deze kort gehouden. Ieder resultaat kent een proces met externe partners, agrariërs, burgers en andere belanghebbenden. Dit wordt in bijlagen 1 verwoord. Het kort samen vatten van de resultaten staat niet in verhouding tot de energie die partijen hierin steken.
Wilt u meer weten over het resultaat? Bijlage 1 bevat uitgebreidere informatie. 

2.1 Gebiedsbureau Weert, Nederweert, Leudal

a. Samenwerkingsovereenkomst en opstellen uitvoeringsprogramma in kader van Platteland in Ontwikkeling (PIO) Weerterland.
b. Deelname Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland. 
c. In samenwerking met bedrijfsleven het Economisch Actieprogramma Agribussines (Keyport 2020) uitgevoerd.
d. Ondersteuning vanuit de regio aan het Gebiedsontwerp Vitale landbouw en gezonde leefomgeving Midden-Limburg onder leiding van de Wageningen University & Research;
e. Secretariaat regionale kwaliteitscommissie;
f. Opbouwen en onderhouden netwerk onder andere met ministeries, buurgemeenten in NoordBrabant en Noord-Limburg, provincies, Rijk, EU en bedrijfsleven.
g. Verbinder tussen overheid, burgers, ketenpartners en ondernemers in het buitengebied van Nederweert, Weert en Leudal.
h. Bijdrage omgevingsvisie buitengebied.
Het gebiedsbureau vervult verder een verbindende en soms trekkende rol in processen die genoemd 
staan onder 2.2 en 2.3. Voor meer informatie verwijzen wij naar de uitgebreide ‘Eindrapportage 
ambitienota 2017-2019 Gebiedsbureau Weert, Nederweert en Leudal’. 

2.2 Samenwerking Midden Limburg (werkveld landbouw en natuur o.l.v. Nederweert)

a. Opstellen Programma voor begeleiding van stoppende agrariërs binnen het kader van de warme sanering varkenshouderij.
b. Samenwerking en vorming van Foodregio met regionale partners Agrifood Capital, Greenport Venlo en Foodvalley. 
c. Deelname namens Midden-Limburg aan Novi-gebied. 

2.3 Werkgroep Schone Stallen (zes Peelgemeenten, provincie Limburg, LLTB en Milieufederatie)

a. Upgrade naar Platform Vitale Landbouw.
b. Onderzoek luchtkwaliteit intensieve veeteelt in Nederweert, Venray en Horst aan de Maas.
c. Onderzoek naar opstellen beleid latente ruimte.
d. Delen van kennis en ervaringen tussen de partijen.

2.4 Buitengebied in balans: visievorming

a. Voorontwerp-Omgevingsvisie Buitengebied in procedure gebracht.
b. Onderzoek naar monitoren van data in relatie tot omgevingsvisie.
c. Volgen ontwikkelingen gezondheidsonderzoeken in relatie tot veehouderijen.
d. Bestemmingsplan geitenhouderijen vastgesteld. 
e. Beleid omgekeerde werking geitenhouderijen in ontwerp opgesteld.
f. Wijziging van emissies1 van agrarische bedrijven t.o.v. 1 januari 2019: 

  • Ammoniak van 858.874 NH3/jr naar 848.803 NH3/jr. 
  • Geur van 6.028.075 Odeur naar 5.972.155 Odeur. 
  • Fijn stof van 207.644 kg/pm10/ jaar naar 196.562 kg pm 10/jaar 

g. Aanpak terugdringen fijn stof op basis van de notitie ‘Fijn stof in het grof’. Zaken die zich in 2019 hebben voorgedaan zijn:

  • Voorbereidingsbesluit knelpuntbedrijven fijn stof verlengd.
  • Toename van aantal fijn stof knelpunten van 7 bedrijven naar 10 bedrijven op basis van de NSL decemberlijst.
  • Inventariserende gesprekken knelpuntbedrijven fijn stof. 

h. Evaluatie verordening Geurhinder en Veehouderij uitgevoerd met hierin een onderzoek naar de gevolgen van de normwijziging combiwassers.
i. Ondertekening Schone Lucht Akkoord.
j. Inventarisatie plattelandswoning uitgevoerd.
k. Binnen Werkgroep Schone stallen onderzoek latente ruimte uitgevoerd. 
l. Werkgroep stikstof gestart.

2.5 Buitengebied in balans: dialoog via platforms, netwerk en proeftuinen

a. Onderzoek naar herstart platform voor recreatie en toerisme.
b. Inzet van agrarische bedrijfscontactfunctionaris voor het leggen van verbindingen via proeftuinen en het begeleiden van casussen. 
c. Proeftuin zonneweides gestart.
d. Via BiB zijn verschillende structurele overleggen ontstaan zoals structuur groenoverleg, overleg met de LLTB en de Boeren van Nederweert.
e. Onderhouden en bouwen van netwerk door onder andere gesprekken met gemeenten in Brabant en Gelderland, Wageningen Universiteit, maatschappelijke organisaties, ministerie, provincie. Nederweert wordt een gelijkwaardige gesprekspartner voor andere provincie en Rijk in diverse (beleids)trajecten.

3. Jaarplan: Wat doen we in 2020?

In het programma ‘Buitengebied in Balans, samen groots, samen doen!’ staat een gezonde leefomgeving voorop. Er is ruimte voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van voedselproductie en ontwikkelingen zoals toerisme en recreatie, zorgconcepten of energievoorzieningen. Dat doen we samen met inwoners, ondernemers, de regio en andere partners. Bij het bepalen van de koers voor 2020 gebruiken we o.a. de routekaart van de portefeuillehouder.

In 2020 ligt de nadruk op het vaststellen van de Omgevingsvisie Buitengebied. De visie is het sluitstuk van zeven jaar Buitengebied in Balans. Onderdelen van de voorontwerp-omgevingsvisie waarmee we in 2020 aan de slag gaan zijn:

  • Samen met het Rijk (financiële) oplossing zoeken voor de overschrijdingen van fijn stof. 
  • Een omgevingsprogramma Luchtkwaliteit opstellen met maatregelen die de overschrijdingen ongedaan maken.
  • In stappen intrekkingsbeleid invoeren, rekening houdend met actuele ontwikkelingen zoals de warme sanering varkenshouderij, stoppersregeling en afbouw van agrarische bedrijven.
  • Opstellen plan van aanpak plattelandswoningen naar aanleiding van de in 2019 uitgevoerde evaluatie. 
  • Het initiatief nemen om samen met ondernemers toerisme en recreatie tot structurele samenwerking te komen. In eerste aanleg een beknopt plan van aanpak op basis van een gemeenschappelijke ambitie opstellen.
  • Circulair produceren waaronder natuurinclusieve landbouw aanmoedigen via de opvolger van werkgroep Schone Stallen en PIO Weerterland.
  • Opstellen van een afwegingskader dat we gebruiken om nieuwe initiatieven in het buitengebied te vergelijken aan de omgevingsvisie. We lopen daarmee vooruit op het (nog) op te stellen omgevingsplan voor het buitengebied. De bedrijfscontactfunctionaris heeft een centrale rol als linking pin tussen de initiatiefnemer en de organisatie.

Samenwerking

Naast de omgevingsvisie en bijbehorende onderdelen, blijft samenwerking een belangrijke pijler in 2020. Ook omdat in het buitengebied steeds meer ontwikkelingen plaatsvinden, waar een lokale overheid niet of nauwelijks invloed op heeft. 
Door de stikstofcrisis krijgt de agrarische sector meer aandacht van het Rijk dan voorheen. Provincies stellen budgetten beschikbaar voor circulaire landbouw en vernieuwing (innovatie) wordt gesteund. De extra aandacht en het beschikbaar stellen van geld voor het buitengebied, biedt kansen voor Nederweert. Het door de jaren opgebouwde netwerk gebruiken we om die kansen te verzilveren. 
Specifieke onderwerpen waarmee we in 2020 aan de slag gaan zijn:

  • Nationale Omgevingsvisie (Novi) en het Novi –gebied Hoge Zandgronden.
  • Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland
  • Schone lucht akkoord.
  • Warme sanering varkenshouderij.
  • Provinciale Omgevingsvisie Limburg (Povi)

Regionaal werken we in het buitengebied samen in drie samenwerkingsverbanden:

  • Gebiedsbureau Weert, Nederweert, Leudal.
  • Werkveld landbouw & natuur Samenwerking Midden-Limburg (SML).
  • Werkgroep Schone Stallen (provincie, zes Peelgemeenten, LLTB, milieufederatie en Rabobank). Deze werkgroep krijgt in de loop van 2020 een andere naam.

De huidige ontwikkelingen vragen om een krachtig samenwerkingsverband. In 2020 onderzoeken we
of en hoe de drie samenwerkingsverbanden efficiënt in elkaar over kunnen gaan. 

4. Financiële onderbouwing

Voor de uitvoering van ‘Buitengebied in Balans, samen groots, samen doen!’ is een reserve geformeerd van € 850.000.
In de periode 2014-2019 is hiervan € 747.000 (afgerond) benut voor:

  • Visievorming € 354.000
  • Reguliere werkzaamheden € 51.500
  • Platforms € 44.000
  • Proeftuinen op themaniveau € 17.500
  • Ondersteuning en communicatie € 155.000
  • Gebiedsbureau Weert, Nederweert, Leudal € 125.000

Dit bedrag is inclusief de aanbesteding van werkzaamheden in 2019 die in 2020 worden uitgevoerd, zoals het opstellen van de omgevingsvisie voor het buitengebied. Het bedrag voor visievorming omvat alle onderzoeken, bijeenkomsten, rapporten e.d. die zijn opgesteld en uitgevoerd in het kader van Buitengebied in Balans sinds 2013. Deze vormen grotendeels de basis voor de omgevingsvisie.

Voor 2020 is een bedrag van € 130.000 begroot. Dit is met name bedoeld voor het proces van de omgevingsvisie (reeds aanbesteed), het gebiedsbureau en de aanpak van de fijnstof knelpunten.

Na 2020 is er geen restant meer in de reserve Buitengebied in Balans.
In de kadernota 2021 geven we een doorkijk naar de benodigde budgetten voor het buitengebied en de omgevingswet voor 2021 en verder.

Dit bedrag is inclusief de aanbesteding van werkzaamheden in 2019 die in 2020 worden uitgevoerd, zoals het opstellen van de omgevingsvisie voor het buitengebied. Het bedrag voor visievorming omvat alle onderzoeken, bijeenkomsten, rapporten e.d. die zijn opgesteld en uitgevoerd in het kader van Buitengebied in Balans sinds 2013. Deze vormen grotendeels de basis voor de omgevingsvisie.

Voor 2020 is een bedrag van € 130.000 begroot. Dit is met name bedoeld voor het proces van de omgevingsvisie (reeds aanbesteed), het gebiedsbureau en de aanpak van de fijnstof knelpunten.

Na 2020 is er geen restant meer in de reserve Buitengebied in Balans.
In de kadernota 2021 geven we een doorkijk naar de benodigde budgetten voor het buitengebied en de omgevingswet voor 2021 en verder.

Bijlage 1. Beschrijving resultaten 2019

2.1.Gebiedsbureau Weert, Nederweert, Leudal

Het Gebiedsbureau is een samenwerking tussen de gemeenten Leudal, Nederweert en Weert. Het bureau ontwikkelt activiteiten gericht op het versterken van een gezonde landbouw in een gezonde leefomgeving. Vanaf de start in 2005 ontwikkelde het gebiedsbureau zich tot een stevige netwerk- en uitvoeringsorganisatie. De organisatie voert haar rol van verbinder en aanjager professioneel en met toenemend resultaat uit. Hierdoor vinden onderwijs, ondernemers en overheid elkaar steeds beter. Door de vraag gestuurde aanpak zijn tal van projecten en processen opgezet op regionale, provinciale en interregionale schaal. Meer informatie over het werk van het gebiedsbureau staat in de uitgebreide ‘Eindrapportage ambitienota 2017-2019 Gebiedsbureau Weert, Nederweert en Leudal’. Vanwege onze bestuurlijke betrokkenheid in onderstaande projecten, gaan wij hier nader op in.

a. Platteland in Ontwikkeling (PIO) Weerterland

Sinds 2017 werken Weert, Nederweert, LLTB, Waterschap, Provincie Limburg en Natuurmonumenten samen in PIO Weerterland. Het doel is om integraal projecten uit te voeren die bijdragen aan een buitengebied in balans.

De projectorganisatie combineert grootschalige opgaven met lokale wensen en ideeën. Er zijn ook ontwikkelingen die een eigen proces doorlopen. Om die reden vormen ze een onderdeel van het uitvoeringsprogramma PIO Weerterland. Er wordt samengewerkt waar dat mogelijk is.
De organisatie kent een stuurgroep, bestaande uit de bestuurlijke vertegenwoordigers van de zes stakeholders. De stuurgroep wordt ondersteund door een ambtelijke werkgroep. Het kernteam verzorgt de dagelijkse werkzaamheden en helpt de streek, stakeholders en gebiedspartners. 

Op 30 november 2018 ondertekenden de provincie, de gemeentes Nederweert en Weert, LLTB, Natuurmonumenten en Waterschap een samenwerkingsovereenkomst met uitvoeringsprogramma (fase 1) met een investering van ca. € 4,7mln. 
In 2019 zijn de volgende projecten opgestart / uitgevoerd in Nederweert:

  • Aanleg stekelstruweel
  • Opstellen gebiedsprogramma Noordervaart
  • Realisatie kanaalzone fase 2 en 3

In 2019 zijn de volgende projecten opgestart voor het hele Weerterland

  • De haarvaten van het watersysteem fase 2
  • Pilot waterbeschikbaarheid
  • Samen aan de keukentafel (coachingsgesprekken)
  • Verbetering verkaveling landbouwstructuur en bodemvitaliteit
  • Haalbaarheidsonderzoek preventiemaatregelen wilde dieren
  • Werkgroep natuur inclusieve landbouw
  • Systeemvernieuwing pluimveehouderij, gebiedsontwerp
  • Actualiseren gemeentelijk grondbeleid

In 2020 staan de volgende projecten voor Nederweert in het uitvoeringsprogramma. 

  • WB 21 knelpunt Aan Veertien
  • Aa-dal zuid
  • Verplaatsen passantenhaven Budschop

Projecten die in het Weerterland breed opgepakt worden:

  • Vrijkomende agrarische bebouwing
  • Landbouwroutes buitengebied
  • Pilot landschapsfonds
  • Willemsroute
  • Pilot beekdalbrede benadering waterproblematiek

PIO Weerterland gebruikt de programmalijnen: Ondernemen, Klimaat, Infrastructuur, Landschap en mensen, Randzones en Kanalen als basis voor uitvoeringsprojecten. Het tweede uitvoeringsprogramma (in 2019 opgesteld en in januari 2020 door de stuurgroep vastgesteld). Dit programma vertegenwoordigd een waarde van ca. € 9,5 mln. Van dit bedrag wordt ca. € 2,5 mln in Nederweert geïnvesteerd. 
Er is ook een werkgroep grond ingericht, waarin alle partijen zijn vertegenwoordigd. In deze werkgroep vindt onderlinge afstemming plaats over grondmobiliteit in Weerterland. Op basis hiervan wordt de verwerving van gronden ten behoeve van de gebiedsopgaven in onderling overleg uitgevoerd. Dit voorkomt onderlinge concurrentie van gebiedspartijen.

b. Deelname Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland

Wat is IBP Vitaal Platteland

Nederland staat voor grote opgaven op het terrein van voedselproductie, klimaat, waterveiligheid, circulaire economie, biodiversiteit en energie. Deze uitdagingen vragen om een samenhangende benadering van onder meer landbouw, natuur, milieu, kwaliteit van leefomgeving en water. Een aanpak waarin bestuurslagen samenwerken, met elkaar en met andere maatschappelijke partijen. 

Daarom hebben het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen de handen ineen geslagen met het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland (IBP). In vijftien kansrijke gebieden gaan ze samen aan de slag. Een van deze 15 gebieden is de Zuidoostelijke Zandgronden.

In dit IBP Vitaal Platteland Zuidoostelijke zandgronden werkten de volgende partijen samen aan een Interbestuurlijk Actieprogramma Zuidoostelijke Zandgronden:

  • Ministerie LNV
  • Provincie Noord Brabant
  • Provincie Limburg
  • Waterschap Aa en Maas
  • Waterschap Limburg
  • ODZOB namens Zuid-Oostbrabantse gemeenten.
  • Peel en Maas namens Noord-Limburgse gemeenten

Midden-Limburg is bij het opstellen van het actieprogramma niet betrokken. Nederweert, Weert en Leudal willen graag aansluiten bij het IBP Vitaal Platteland Zuidoostelijke zandgronden.

Interbestuurlijke Actieprogramma Zuidoostelijke Zandgronden

Met het interbestuurlijk actieprogramma Zuidoostelijke Zandgronden willen de vier overheden (Rijk, Provincie, Waterschappen en gemeenten):

  • De interbestuurlijke samenwerking versterken.
  • Inzetten op proeftuinen.
  • Werken aan twee thema’s die van groot belang zijn:
    • Omgevingskwaliteit (schone lucht, gezonde en veilige leefomgeving, biodiversiteit, ruimtelijke inpassing van concrete opgaven zoals de energietransitie).
    • Kringlooplandbouw met aandacht voor mestbewerking.

In 2020 zetten we in op deelname aan het IBP namens Weert, Nederweert en Leudal.

2.2.Samenwerking Midden Limburg (werkveld landbouw en natuur onder leiding van Nederweert). 

a. Programma voor begeleiding van stoppende agrariërs

Vooruitlopend op de Subsidieregeling Warme Sanering Varkenshouderij is voor Noord- en Midden-Limburg het Stoppersloket opgezet. Ondernemers konden zich in mei 2019 hier aanmelden. Vanuit dit loket stellen we aan de deelnemende ondernemers coaches beschikbaar onder de naam “Samen aan de Keukentafel”. Coaches die zich richten op het sociaal- en psychologische vlak. Een coach die ondernemers begeleidt in het maken van hun keuze al dan niet te stoppen met het bedrijf dat vaak al generaties lang in familiebezit is.
Nederweert coördineert de uitvoering namens de regio Noord- en Midden-Limburg. Het loket wordt betaald door de provincie Limburg. Het is bedoeld voor varkenshouderijen die willen deelnemen aan de Subsidieregeling Warme Sanering Varkenshouderij. Maar ook deelnemers aan de stoppersregeling meldden zich ze. Aan dit programma hebben 58 ondernemers deelgenomen, waarvan 13 uit de gemeente Nederweert. Met allen zijn gesprekken gevoerd. 
De eerste plannen zijn overgedragen aan de betreffende gemeente. De Subsidieregeling Warme Sanering Varkenshouderij is op 25-11-2019 opengesteld en loopt tot 15-01-2020. 
Vanwege de lastige keuzes (met name door de onzekerheid rondom PAS/Stikstof) is verzocht om het programma “Samen aan de Keukentafel” te verlengen van 1 maart tot 1 augustus 2020. De provincie heeft de wens uitgesproken om daarna een vast vervolg te geven aan het coachtraject. Dit zou dan beschikbaar moeten zijn voor heel Limburg en alle sectoren in de landbouw.


b. Samenwerking en vorming van Foodregio met regionale partners Agrifood Capital, Greenport en Foodvalley

Een bezoek aan de Foodweek in Brussel, twee jaar geleden, was aanleiding van deze samenwerking tussen Foodvalley, Greenport Venlo en Agrifoodcapital. De samenwerking kreeg de naam FoodNL. Voor onze regio wordt ingestoken op Eiwit transitie (zoeken naar andere vormen van dierlijke eiwitten zoals insecten). Onderdeel hiervan is Egg Valley. Binnen Egg Valley wil men de regionale ‘legpluimveeketen’ (van pluimveehouder tot fokkerij). De eerste bijeenkomsten tussen ketenpartners hebben plaatsgevonden. Egg Valley steekt in op voeding & gezondheid en de rol die het ei hierin kan spelen.
Na de bestuurlijke aftrap op 10 oktober 2018 en het opstellen van kernopgaves is een actieplan voor 2019-2020 opgesteld. Hierin wordt beschreven op welke zaken samengewerkt gaat worden. Grofweg is een driedeling gemaakt van activiteiten waarmee Food NL aan de slag gaat, te weten:

  • Majeure uitvoeringsprojecten die invulling geven aan de opgave Food NL. Het gaat hierbij met name om projecten op gebied van circulaire economie en gezonde veehouderij. De projecten zijn bedoeld om agrarische bedrijven duurzaam te maken.
  • Mede organiseren van evenementen op het gebied van food en landbouw.
  • Lobby op wet, regelgeving, beleid en (financierings)programma’s

c. Deelname namens Midden-Limburg aan Novi-gebied

In 2019 is het ontwerp van de nationale omgevingsvisie (Novi) in procedure gebracht. De hooggelegen zandgronden (Oost-Brabant) zijn in de ontwerp-novi aangewezen als potentieel novi-gebied voor de transitie van de landbouw. Noord- en Midden-Limburg sluiten hierbij aan omdat de uitdagingen hier vergelijkbaar zijn. Nederweert vertegenwoordigt Midden-Limburg in het ambtelijk en bestuurlijk overleg (bestuurlijke koplopersgroep). Dit is afgesproken in het werkveld Landbouw en Natuur van SML.

Wat is een NOVI-gebied?

De opgaven en uitdagingen voor de hooggelegen zandgronden vragen een, gebiedsgerichte aanpak. In de geest van de NOVI en de Omgevingswet. Dat wil zeggen: we werken als één overheid samen, met de samenleving. We stellen de opgaven centraal en werken gebiedsgericht, permanent en adaptief aan de opgaven.

In de ontwerp-NOVI zijn regio’s aangewezen als NOVI-gebied. Dit zijn gebieden:

  • waarin moeilijke, grote en dringende opgaven en nationale belangen uit de NOVI samen komen
  • waarvoor meerjarige aanpak nodig is
  • met betrokkenheid van verschillende overheden, marktpartijen en/of maatschappelijke partijen
  • waarbij rijksinzet aantoonbaar noodzakelijk is

Het gaat in het NOVI-gebied hooggelegen zandgronden concreet om:

  • transformatie van de landbouw
  • klimaatopgave
  • energietransitie
  • toenemende betekenis van het landelijk gebied voor de omliggende steden
  • regionale vestigingsklimaat

Waar lopen we tegen aan?

  • diverse trajecten lopen naast elkaar
  • het is onduidelijk hoe opgaven en trajecten in elkaar grijpen
  • beleid en regelgeving zijn per sector vormgegeven
  • integrale gebiedsaanpak komt moeilijk van de grond

Aanwijzing als NOVI-gebied houdt in dat er een gebiedsagenda moet komen en er een samenwerkingsvorm (governance) wordt afgesproken.

Definitieve aanwijzing als NOVI-gebied

De aanwijzing van het NOVI-gebied is nog niet definitief. De bestuurlijke koplopersgroep novi-gebied heeft in een brief aan minister Ollegren laten weten de uitdaging aan te gaan en met voorstellen te komen voor de invulling van het NOVI-gebied. Het ministerie heeft de aanwijzingsprocedure van NOVI-gebieden bekend gemaakt. Momenteel hebben 13 gebieden zich ‘aangemeld’ als NOVI-gebied.
Het Rijk streeft naar max. 6-10 gebieden om aan te wijzen. Het is belangrijk op te halen of er voldoende draagvlak is om ‘in de race te blijven’. Het ministerie maakt aan de hand van een aantal criteria en gesprekken een short list met NOVI-gebieden. In het voorjaar van 2020 wordt een definitieve keuze gemaakt.

2.3.Werkgroep Schone Stallen (zes Peelgemeenten, provincie Limburg, LLTB en Milieufederatie)

a. Upgrade werkgroep Schone Stallen naar een Platform Transitie Landbouw.

Aanleiding
Provincie Limburg, de zes Peelgemeenten, LLTB, Milieufederatie Limburg en Rabobank werken al een aantal jaren samen in Werkgroep Schone stallen. De opgave wordt steeds ingewikkelder (Energie Transitie, Transitie Veehouderij, Circulaire economie, Nieuwer natuur, etc.). Daarom stemde het BO Schone Stallen op 11-10-2019 in met de heroriëntatie van dit overleg. Het doel is het tot stand brengen van co-creatie waarin overheden samen met stakeholders en de agrarische sector werken aan de verduurzaming van de gehele veehouderij.

Organisatie 
De opzet van de organisatie is nog niet concreet. In eerste aanzet zal deze bestaan uit de zes peelgemeenten (Venray, Horst aan de Maas, Peel en Maas, Leudal, Nederweert, Weert), provincie Limburg, Milieufederatie, LLTB en Rabobank. In 2020 werken we de organisatie uit.

b. Onderzoek luchtkwaliteit intensieve veeteelt

In juli 2017 is in Nederweert een onderzoek naar de luchtkwaliteit in relatie tot de intensieve veeteelt gestart in opdracht van provincie Limburg. Er wordt op twee woonlocaties, een hoog-belaste en een niet direct belaste locatie, gemeten. De metingen worden binnen twee meetperioden van elk twee maanden uitgevoerd. Het gaat om een warme periode (juli-augustus) en twee maanden in een koude periode (februari-maart 2018). Er vinden tevens onderzoeken plaats in Venray en Horst aan de Maas. De provincie verwacht de rapportages van de resultaten in het voorjaar van 2020.

c. Intrekken latente ruimte (intrekkingsbeleid)

Binnen (intensieve) veehouderijen is latente ruimte aanwezig. Dit kunnen dieraantallen zijn, maar ook verleende bouwvergunningen en/of aanwezig bouwblok. Na drie kennissessies is in het bestuurlijk overleg Schone Stallen besloten geen gezamenlijk intrekkingsbeleid latente ruimte voor te bereiden. De huidige ontwikkelingen binnen de sector gaven hier de doorslag bij. Voor Nederweert betekent dit dat we verder onderzoeken hoe het intrekkingsbeleid vorm kan krijgen. We houden rekening met actuele ontwikkelingen zoals de warme sanering van de varkenshouderij, de stoppersregeling en de afbouw van agrarische bedrijven.

2.4. Buitengebied in balans: visievorming

a. Opstellen omgevingsvisie buitengebied

Het proces van de omgevingsvisie bestond in 2019 uit het verwerken van de opgehaalde informatie. Verder zijn 2019 op een aantal thema’s verdiepende bijeenkomsten georganiseerd. 
Naast periodieke bijeenkomsten voor de klankbordgroep omgevingswet zijn ook voor de voltallige raad twee werksessies georganiseerd over de omgevingsvisie. Hierdoor is hun betrokkenheid vergroot. Rode draad in alle gesprekken en bijeenkomsten is steeds geweest om zoveel mogelijk maatwerk te bieden voor de diverse doelgroepen en in te zetten op 
vernieuwende werkvormen.

Dit alles heeft geleid tot een voorontwerp omgevingsvisie buitengebied. Deze is in oktober door de raad sonderend besproken en vrijgegeven voor het gesprek met buiten.

Het vierde kwartaal van 2019 is gebruikt om het voorontwerp omgevingsvisie te bespreken met ketenpartners, stakeholders en andere belanghebbenden. Uit de gevoerde gesprekken (zowel lokaal als regionaal/provinciaal) blijkt dat het gevolgde proces brede steun geniet. Met name de brede blik naar buiten, de betrokkenheid van de gemeenteraad en de aanpak van Buitengebied in Balans met platforms, proeftuinen e.a. spreken aan. Uit de gemaakte ronde komt sterk naar voren dat er bij alle partners een grote behoefte bestaat aan samenwerking, zowel procesmatig als op inhoudelijke thema’s. 

In 2020 gaan wij het voorontwerp omgevingsvisie aanpassen naar een ontwerp omgevingsvisie die aan de raad wordt voorgelegd. Alle reacties die zijn opgehaald worden, in meer of mindere mate, hierin verwerkt. Uiteindelijk wordt tegen het einde van 2020 een versie van de omgevingsvisie buitengebied opgeleverd die door de raad kan worden vastgesteld. 
Insteek is een dynamische visie, die blijvend wordt geactualiseerd afhankelijk van de nieuwe ontwikkelingen.

b. Datamonitoring

Voor het opstellen van een omgevingsvisie en omgevingsplan zijn data nodig die inzicht geven in de huidige situatie en die gebruikt kunnen worden om te monitoren. Bijvoorbeeld om uitstoot van agrarische bedrijven, leegstand van gebouwen en omvang van bedrijven te bestuderen. De hoeveelheid informatie die er is zorgde er in 2019 mede voor dat er nog geen monitoringssysteem is voorbereidt. In 2020 wordt gestart met voorbereiden van een kleinschalig systeem waarbij de intentie is dit uit te gaan breiden.

c. Ontwikkelingen (gezondheids)onderzoeken en veehouderij

In 2018 zijn vervolgonderzoeken gestart naar de relatie veehouderijen en gezondheid. In afwachting daarvan is er vanuit de landelijke overheid geen gezondheidsnorm vastgesteld. 
Naar verwachting worden in 2020 de deelonderzoeken afgerond. Deze hebben onder meer betrekking op de oorzaken van de verhoogde ziektedruk rond geitenhouderijen. Zodra meer inzicht is verkregen in de oorzaken, kan worden bezien welke risico reducerende maatregelen effectief kunnen zijn. Op 13 juni 2019 gaf de rijksoverheid aan geen landelijk toetsingskader endotoxinen te ontwikkelen omdat de locaties met overschrijdingen te beperkt zijn. Het rijk roept op tot een regionale aanpak en ontwikkelt hiervoor een modelleringsinstrument. Dat is naar verwachting begin 2020 gereed.

d. Bestemmingsplan geitenhouderijen vastgesteld

Op 13 maart 2018 nam de raad een voorbereidingsbesluit voor het houden van geiten. 
Vanwege het mogelijke gezondheidsrisico voor omwonenden rondom geitenhouderijen heeft de gemeenteraad op 9 juli 2019 het bestemmingsplan met betrekking tot de geitenhouderij vastgesteld. Hiertegen is beroep ingediend bij Raad van State. Naar verwachting volgt hier in 2020 een uitspraak over. Tussentijds is het bestemmingsplan in werking. Dit betekent dat er geen uitbreiding van aantallen geiten in Nederweert mogelijk is.

e. Beleid omgekeerde werking geitenhouderijen

Door het bestemmingsplan geitenhouderijen voorkomen we dat extra gezondheidsrisico’s ontstaan omdat nog niet duidelijk is waar deze door veroorzaakt worden. Meer specifiek voorkomt het bestemmingsplan dat geitenhouderijen uitbreiden richting woningen. De uitbreiding of toename van het aantal woningen toetsen we ook aan het aspect gezondheid. In de praktijk blijkt het wenselijk om hier een beleidslijn in te ontwikkelen. Deze lijn houdt in dat gevoelige objecten in een straal van 1,5 km rondom een geitenhouderij niet in aantal mogen toenemen of dichter naar een geitenhouderij mogen verplaatsen. Gevoelige objecten zijn bijvoorbeeld scholen, woningen en zorgfuncties. Het college heeft op 10 december 2019 dit beleid in ontwerp in procedure gebracht. Het ligt zes weken ter inzage en wordt dan na behandeling van eventuele zienswijzen ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. 

f. Wijziging van uitstoot

In 2019 daalden de uitstoot van geur, fijnstof en ammoniak licht. Het is de bedoeling om dit via de omgevingsvisie en het omgevingsplan te monitoren. We kunnen emissies niet altijd beïnvloeden. Als landelijk een emissiefactor wijzigt, zoals bij combiwassers, wijzigt de berekende geuruitstoot zonder dat er feitelijk iets veranderd aan de geuremissie. 

g. Aanpak fijn stof

In 2018 is de notitie ‘Fijn stof in het grof’ opgesteld. Deze notitie gaat in op:

  • De aanpak van bestaande knelpunten.
  • Benodigde aanpassing in wet- en regelgeving om nieuwe knelpunten te voorkomen.
  • De rollen die gemeente, provincie en rijk hebben in het proces om de fijn stof in Nederweert omlaag te brengen.

In 2019 hebben we ingezet op bovenstaande punten. De 19e tranche voor de Crisis en Herstelwet is vertraagd. De inwerkingtreding wordt verwacht in het eerste kwartaal van 2020. Dan krijgt de gemeente de mogelijkheid om aanvullend instrumentarium in te zetten. De gemeente heeft vanwege deze vertraging geprobeerd om eigen instrumenten te ontwikkelen. Dit in de vorm van een bestemmingsplan fijnstofknelpunten. Helaas bleek dat de economische uitvoerbaarheid van het plan niet gegarandeerd kon worden, en kon het daardoor niet vastgesteld worden. In de plaats daarvan is een nieuw voorbereidingsbesluit genomen.

  • Voorbereidingsbesluit knelpuntbedrijven fijnstof

De gemeenteraad heeft 8 oktober 2019 een nieuw voorbereidingsbesluit genomen voor overschrijdingssituaties fijnstof. Het voorbereidingsbesluit heeft tot doel ontwikkelingen tijdelijk te bevriezen met het oog op de totstandkoming en voorgenomen vaststelling van een nieuw bestemmingsplan voor een beter woon- en leefklimaat, in het bijzonder de gezondheid van 
omwonenden in relatie tot de risico’s van hoge fijnstofconcentraties. De tekst is hetzelfde als het voorbereidingsbesluit van 2018. Tijdens de looptijd van het voorbereidingsbesluit (een jaar) kunnen het knelpuntbedrijven alleen uitbreiden in het aantal kippen, kalkoenen of eenden, als ze teruggaan in fijnstofemissie tot de norm. 
Het enige verschil is dat dit ziet op die fijnstofknelpunten die voorkomen op de NSL decemberlijst, in plaats van op 14 specifieke locaties. Het ministerie van I&W publiceert namelijk jaarlijks een lijst met veehouderijen die een te hoge fijnstof belasting hebben op de omgeving en daarom vergunningplichtig zijn. Dit heet de NSL decemberlijst. 

  • NSL Decemberlijst

Het aantal knelpunten op de NSL decemberlijst van 2019 is gestegen van 7 naar 10. Het gaat om een stijging over het jaar 2017-2018, de lijst van 2019 geeft het aantal knelpunten zoals dat eind 2018 is geconstateerd. Van deze zeven was er één dreigende overschrijding (ook die staan onder bepaalde omstandigheden op de lijst). En er was één bedrijf dat reeds is omgeschakeld naar opslag maar dat nog een omgevingsvergunning milieu heeft. Daardoor is het op papier nog een knelpunt. Gelet daarop hebben we in 2019 met vijf knelpuntbedrijven gesproken.

Naast de NSL decemberlijst publiceert het RIVM aan het eind van het jaar ook een Monitoringsrapportage. In deze monitoringsrapportage staat voor Nederweert het aantal van 20 knelpunten voor het jaar 2018. Ook hier is er sprake van een lichte stijging. Voor het jaar 2017 staat het aantal van 16 knelpunten in de rapportage. Het verschil in aantallen tussen de NSL Decemberlijst en RIVM-rapportage komt omdat in dit overzicht ook overschrijdingen op bedrijfswoningen als knelpunt worden gerekend. In de decemberlijst staan alleen bedrijven die overschrijden op burgerwoningen en plattelandswoningen. De aanpak van de knelpunten in samenwerking met het ministerie is gericht op de knelpuntbedrijven van de NSL Decemberlijst. Voor deze bedrijven stelt het ministerie ook geld ter beschikking. 

De toename in het aantal fijnstofknelpunten heeft met name te maken met de stijging in  de achtergrondconcentratie. Het ministerie gebruikt voor de monitoring van het aantal fijnstofknelpunten onder meer de metereologische gegevens van het afgelopen jaar om de achtergrondbelasting te bepalen. Per jaar fluctueren die metereologische gegevens en dus ook de aantallen knelpunten. Om te voorkomen dat dit bij vergunningverlening een probleem wordt, wordt bij vergunningverlening uitgegaan van een gemiddeld metereologisch beeld over tien jaar. Het jaar 2018 waar de decemberlijst 2019 op ziet, was extreem heet en droog waardoor er een hogere achtergrondbelasting ontstond.

  • Inventariserende gesprekken knelpuntbedrijven fijn stof

In december 2018 is gestart met een traject om in overleg met de fijnstofknelpunten te komen tot maatregelen om de fijnstofoverschrijdingen op te lossen. Het gaat dan om bedrijven die een hoofdbron zijn van een overschrijding, dus die verreweg het meest bijdragen op een gevoelig object. 
In 2019 zijn hierover met alle fijnstofknelpunten gesprekken gevoerd. Tegelijkertijd is overleg gevoerd met het ministerie over de uitgangspunten van de aanpak. Omdat de uitgangspunten van het ministerie vooraf niet helde waren ontstond een stroperig proces van afstemming met met het ministerie. Dit samen met de complexiteit van de opgave leidde er toe dat er onvoldoende basis is om tot een concreet plan van aanpak met de knelpuntbedrijven te komen. Eind 2019 zijn we daarom in overleg gegaan met het ministerie met als doel het proces sneller en duidelijker te maken. 

h. Evaluatie verordening Geurhinder en Veehouderij

In 2019 is een evaluatie van de in 2017 vastgestelde verordening Geurhinder en Veehouderij uitgevoerd. De verordening bevat de normen voor geurnormen die toegepast worden bij het verlenen van vergunningen en het bepalen van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. In de evaluatie is inzichtelijk gemaakt:

  • Wat de gevolgen zijn van de verhoging van de geurnorm van de combiwassers. Uit de evaluatie blijkt dat de verhoging van deze norm is de geuremissie in de gemeente toegenomen. 
  • Wat de effecten zijn van de geurverordening uit 2017 op de totale geuremissie in de gemeente. Uitgaande van de nieuwe normen voor combiwassers in zowel 2017 als 2019 is er sinds 2017 een lichte daling van geuremissie ingezet. 

In 2020 leggen we de evaluatie met een advies aan de raad voor.

i. Schone lucht akkoord

Schone lucht is van levensbelang. Dit bereiken we alleen als alle bestuurslagen zich inzetten voor een permanente verbetering van de luchtkwaliteit. Dat geldt voor Europa, het rijk, provincies en gemeentes. In het regeerakkoord en in brieven aan de Tweede Kamer zegt het kabinet te streven naar een permanente verbetering van de luchtkwaliteit. Het doel is om te komen tot een vermindering van gezondheidsrisico’s door luchtverontreiniging, waarbij - volgens het advies van de Gezondheidsraad - toegewerkt wordt naar de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. Op 13 januari 2020 ondertekende Nederweert als enige gemeente in Limburg daarvoor het Schone Lucht Akkoord. We zijn betrokken bij de 
voorbereiding van akkoord vanwege de aanwezige fijnstofproblematiek. Door te ondertekenen praten we mee in diverse overleggen. Zo komt er een pilot Landbouw waarin maatregelen en mogelijke veranderingen op het gebied van wet- en regelgeving om de uitstoot van fijn stof te verlagen voorbereid worden. 

De inzet voor de landbouw is in het Schone Lucht Akkoord terughoudend omdat vanuit de stikstofaanpak aanvullende maatregelen worden ontwikkeld. De landbouw is wel opgenomen omdat voor de gezondheid de afname van de fijnstofuitstoot belangrijk is. Het Schone Lucht Akkoord zet in op afspraken voor innovatie en kennisontwikkeling zodat vermindering van uitstoot op langere termijn mogelijk zijn. De uitvoering van de maatregelen en eventueel bijkomende kosten zijn nog niet duidelijk. Uitwerking hiervan vindt de komende jaren plaats.
Per maatregel zal dan beoordeeld worden of we meedoen.

j. Inventarisatie Plattelandswoning uitgevoerd

Deze inventarisatie heeft tot circa 60 gevallen geleid waarbij er strijdige bewoning van een bedrijfswoning plaatsvindt. In circa 40 gevallen is het woon- en leefklimaat niet aanvaardbaar volgens het huidige beleid. Door deze uitslag is een evaluatie van het plattelandswoningenbeleid gestart. In januari vond een discussieavond plaats met bewoners en de agrariërs. De resultaten van deze avond betrekken wij bij de evaluatie van het huidige beleid. In 2020 besluiten we hoe we om willen gaan met plattelandswoningen.

k. Latente ruimte

In de werkgroep Schone Stallen is bestuurlijk besloten niet gezamenlijk intrekkingsbeleid latente ruimte te gaan voorbereiden. De reden hiervoor bedroeg de verwachte daling van bedrijven/emissies door autonome ontwikkeling. Voor Nederweert wordt in 2020 bekeken of en in welke vorm intrekkingsbeleid wordt voorbereid. 

l. Werkgroep stikstof

Om vragen vanuit onze organisatie maar ook de raad en de burgers te kunnen beantwoorden is een werkgroep Stikstof opgericht. Deze werkgroep gaat verder dan alleen het verstrekken van informatie. Aanhaken bij een provinciale werkgroep is hierin ook een must.

2.5. Buitengebied in balans: dialoog via platforms, netwerk en proeftuinen

a. Platform Recreatie & Toerisme Nederweert

Voor 2020 staat Recreatie & Toerisme als belangrijk thema op de agenda van het jaarplan.
Het Platform Vlinder van Limburg wordt niet in de huidige vorm voortgezet. Wel maken we zoveel mogelijk gebruik van de opgedane kennis en ervaringen. In 2019 is gewerkt aan een opzet voor 2020. In 2020 krijgt dit verder vorm en krijgt dit onder andere een plek in de omgevingsvisie Buitengebied.

b. Agrarische bedrijfscontactfunctionaris

Inzet van agrarische bedrijfscontactfunctionaris voor het leggen van verbindingen en het ophalen van informatie. Dit gebeurd door gesprekken met ondernemers, bedrijfsbezoeken en via proeftuinen. In 2019 heeft de agrarische bedrijfscontactfunctionaris met ca. 40 ondernemers en een aantal burgers gesprekken gevoerd over de volgende onderwerpen:

  • Innovatie bedrijfsvoering.
  • Invulling vrijkomende agrarische bebouwing en sanering asbest 
  • Verplaatsing van (agrarisch) bedrijf naar nieuwe locatie
  • Stoppen van het agrarische bedrijf
  • Omschakeling van agrarisch bedrijf naar andere bedrijfstak. 
  • Verbreding van agrarische bedrijfsvoering 
  • Stimuleren van dialoog tussen ondernemer en omgeving. 

Voor de diversiteit van het Buitengebied is het belangrijk om te weten wat er speelt en gaat spelen. De bedrijfscontactfunctionarissen zijn een vast aanspreekpunt voor zowel buiten (burgers, ondernemers) als binnen (collega’s en bestuur). Ze leggen verbindingen en bewaken afspraken en processen. In de gesprekken in het buitengebied kan de dialoog tussen ondernemers en de omgeving gestimuleerd worden. Indien nodig wordt daarbij de hulp van andere partijen (maatschappelijk werk, mediation, buurtbemiddeling) ingeroepen. Om nog breder naar het buitengebied te kunnen kijken, versterken we in 2020 de samenwerking met het sociaal domein.

Proeftuinen 
Wanneer het om een ontwikkeling gaat, waar op verschillende vlakken een win-win situatie uit voortkomt, kan het bestuur besluiten om het initiatief te bestempelen als proeftuin. In 2020 bekijken we hoe de proeftuinen zich verhouden met de nieuwe werkwijze uit de omgevingsvisie. 
De agrarische bedrijfscontactfunctionaris houdt een belangrijke rol om de belangen van de ondernemer binnen de gemeente te behartigen. 

c. Proeftuin zonneweides

Veel initiatienemers willen aan de slag met zonneweides. Het gaat om projecten van enkele hectares tot tientallen hectares. Een positieve ontwikkeling in het licht van de energieopgave waar we voor staan. Op gemeentelijk niveau heeft de raad recent uitgesproken in 2035 energieneutraal te willen zijn. Het huidige gemeentelijk beleid staat grondgebonden zonnepanelen niet toe. Ook op regionaal / provinciaal niveau is er (nog) geen beleid voor zonneweides behoudens de recent verschenen interim zonneladder van de Provincie.
Zonneweides zijn een nieuw fenomeen in Limburg. Dit vraagt een zorgvuldige afweging tussen landbouw, natuur, toerisme, landschap enz. Buitengebied in Balans deed veel ervaring op met proeftuinen. Voor zonneweides is vorig jaar ingezet op de proeftuinaanpak. We wilden met twee proeftuinen starten, maar de raad heeft medio 2019 gekozen om alleen het initiatief bij Landgoed ’t Kruis door te laten gaan richting formele vergunningstraject. Dat loopt nog. Op deze manier kunnen alle betrokkenen wennen aan deze ‘nieuwe’ vorm van duurzame energieopwekking. De ervaringen van deze proeftuin gebruiken we voor het ontwikkelen van toekomstig beleid. Ze vormen daarmee een belangrijke bouwsteen voor de omgevingsvisie. Op verzoek van de raad wordt ook gewerkt aan een uitnodigingskader voor grondgebonden zonnevelden.