Toen ik in juli 2018 als wethouder aantrad, bevond het project “Buitengebied in Balans, samen groots, samen doen!”, waar ik als bestuurder verantwoordelijk voor werd, zich in zijn vijfde jaar. Ik had veel positieve geluiden gehoord over de werkwijze en de resultaten van het programma. Daarvoor dank ik mijn voorgangers oprecht.

Al snel werd mij duidelijk dat de zaken waar het in dit project over gaat niet alleen maar ingewikkeld zijn. Het betreft namelijk het op elkaar afstemmen van belangen van hele diverse groepen. Belangen van agrarische ondernemers, belangen van burgers, belangen van natuur en milieu. Veelal zijn deze belangen strijdig met elkaar. Het vormt een hele uitdaging om de verschillende belangen met elkaar in overeenstemming te brengen. Dat maakt de materie niet alleen ingewikkeld, maar de besluitvorming ook stroperig.

Het werd mij duidelijk dat er met veel energie wordt gewerkt en dat er een betrokkenheid heerst als het gaat om het het buitengebied. Mensen, ondernemers en organisaties zijn bereid zich in te zetten voor het buitengebied. Dat bleek onder andere. uit een van mijn eerste opdrachten als wethouder: het houden van een startbijeenkomst met bewoners, ondernemers en iedereen die zich bij het buitengebied betrokken voelen, om het begin te maken met het opstellen van een omgevingsvisie. 
Deze bijeenkomst werd door meer dan 100 mensen bezocht, die allemaal actief meededen. Aan het vervolg wordt nu gewerkt. In de loop van dit jaar moet dat leiden tot een gedragen omgevingsvisie.

Veel is in de afgelopen jaren uitstekend en voortvarend opgepakt en aangepakt. Er werd niet alleen gepraat maar ook gehandeld. De aanpak van de fijn stof problematiek en de uitbreiding en nieuw- vestiging van geitenhouderijen zijn hier voorbeelden van. Continuering van een aantal van deze en andere zaken ligt voor de hand. 

Voor het komende jaar leggen we het accent nog verder op de gezondheid van mens en dier en minder op de economische belangen. Daarmee handelen we volgens de afspraken uit het coalitieakkoord. Daarmee handelen we ook volgens de maatschappelijke trend dat niet alleen de economie leidend is, maar dat er veel meer belangen zijn waar we rekening mee moeten houden. Het programma Buitengebied in Balans, samen groots, samen doen” is een exponent van deze trend. 

Ik wens ons allemaal veel succes met het oppakken van de uitdagingen en het benutten van de mogelijkheden die de voortzetting van “Buitengebied in Balans” ons in het komende jaar biedt.

Frank Voss, wethouder van Nederweert.

1. Samenvatting en leeswijzer

Voor u ligt het zesde jaarplan voor Buitengebied in Balans, samen groots, samen doen!. Het programma is in 2013 gestart vanuit een wens van de gemeenteraad om de disbalans die in het buitengebied wordt ervaren, integraal op te pakken. 
Het programma Buitengebied in Balans is het verbindende element in het mooie buitengebied van Nederweert. Het koppelt samenwerking, inhoud en proces aan elkaar. Door samen te werken met burgers, bedrijven, buurgemeenten, andere overheden en maatschappelijke partners kunnen we experimenteren met proeftuinen en ontwikkelen we bouwstenen voor de omgevingsvisie. 

In het nieuwe coalitieakkoord heeft het programma ‘Buitengebied in Balans, samen groots, samen doen’ een prominente plaats gekregen.

Buitengebied in Balans brengen.

De komende jaren komen enkele grote structurele veranderingsopgaven bij elkaar in het landelijk gebied. Dit vraagt om een integrale benadering, waarbij opgaven voor gezondheid, kwaliteit van de leefomgeving, economische ontwikkeling, duurzaam ondernemen, landbouw, wonen, natuur, milieu en water nog meer hand in hand gaan en in samenhang met elkaar moeten worden opgepakt. 
We merken dat het huidige buitengebied niet volledig in balans is. Economische motieven kregen de prioriteit. Hierin gaan we het beleid aanpassen en bijstellen. Met het uiteindelijke doel om het buitengebied in balans te brengen. Voor onze inwoners en haar gezondheid maar ook vanwege het lange termijn belang van een gezonde en duurzame ondernemerstaak.

We gebruiken de omgevingswet om de veranderingsopgave van het buitengebied verder vorm te geven.

Uit: Coalitieakkoord 2018-2022. Samen, duurzaam, verbinden. 
Aan de slag voor een gezonder Nederweert

In 2018 zijn we doorgegaan met de aanpak van Buitengebied in Balans. Die aanpak is immers beproefd, doorleeft en ingebed binnen de eigen organisatie en de vele netwerken waarin we opereren. 
Wel zagen we een verschuiving van accenten. Het uitgangspunt dat er sprake moet zijn van een gezonde leefomgeving kreeg steeds meer voorrang. Op basis van dit uitgangspunt is onder meer besloten dat er voorlopig geen geiten(houderijen) bij mogen komen in de gemeente Nederweert. 
Bedrijven die een fijn stof knelpunt veroorzaken kunnen tijdelijk niet meer groeien. In het platform ‘Gezonde veehouderij in gezonde leefomgeving’ spraken verschillende partijen intens over dit thema. 
Hierdoor is er meer begrip ontstaan tussen partijen. De ‘praatplaat’ die het platform aan de wethouder heeft overhandigd, gebruiken we als bouwsteen voor de omgevingsvisie Buitengebied.

De jarenlange investering in het opbouwen van een netwerk, werpt zijn vruchten af. Nederweert is een serieuze gesprekspartner voor provincie en Rijk. De aanpak in Nederweert is een voorbeeld voor andere overheden. Zo is de gemeente Leudal een soortgelijk programma gestart en nam de provincie maatregelen rond geitenhouderijen nadat in Nederweert het besluit tot een (tijdelijke) stop was genomen. 

Het afgelopen jaar is intensief overleg gevoerd met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de provincie Limburg over de aanpak van fijn stof knelpunten. Dat heeft onder meer geleid tot het opstellen van een beleidsregel cumulatief toetsen, die landelijk navolging krijgt in 2019. De staatssecretaris heeft een financiële bijdrage voor knelpuntbedrijven toegezegd. Daar waar dat voor Nederweert meerwaarde oplevert, werken we samen in de regio. Kennis delen, samen optrekken naar provincie en Rijk zijn hierbij belangrijk. Nederweert heeft in de regio een voorloperspositie qua kennis 
en aanpak. Op nationaal niveau praten we mee over het Schone Lucht Akkoord. In de regio hebben we een belangrijke rol in het loket voor de stoppende boer.

Daarmee zijn we er niet. In 2019 komen de resultaten van vijf jaar Buitengebied in Balans samen in de omgevingsvisie buitengebied. 
We werken in 2019 aan een gezonde leefomgeving door onder meer afspraken te maken met bedrijven die de knelpunten overschrijden en een regionaal loket voor de stoppende boer te coördineren. Ook in 2019 heeft de bedrijfscontactfunctionaris een belangrijke verbindende rol tussen agrarische bedrijven en de omgeving. 

Hoofdstuk 2 biedt een overzicht van de resultaten van dit jaar. In bijlage 1 worden deze resultaten uitgebreid toelicht.

Hoofdstuk 3 beschrijft wat we in 2019 gaan doen. Niet alleen in Nederweert maar ook in samenwerking met andere partijen in de regio. 

Hoofdstuk 4 geeft de financiële onderbouwing van het programma.

Samenvatting jaarplan 2019

Op welke onderdelen werken we samen?

  • Gebiedsbureau Weert, Nederweert, Leudal
    • Netwerk, verbinding bedrijf en omgeving.
    • Projectleiding PIO Weerterland.
  • Samenwerking Midden-Limburg
    • Begeleiding stoppende boer (loket).
    • Handvat kernkwaliteiten
  • Werkgroep Schone Stallen
    • Warme sanering varkenshouderij
    • Uitvoering provinciale agenda veehouderij 
  • voor gezonde en duurzame leefomgeving.
  • Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
    • Aanpak fijn stof knelpunten.

Op welke manier werken we.

  • Dialoog stimuleren
  • Interactief proces omgevingsvisie buitengebied
  • Proeftuinen
  • Bedrijfscontactfunctionaris
  • Netwerken en verbinden
  • Integraliteit opzoeken
  • Meedenken in externe processen

Wat staat centraal in 2019

  • Opstellen Omgevingsvisie buitengebied
    • Gezonde leefomgeving: gezonde veehouderij, natuur, positieve gezondheid.
    • Verdienvermogen:  ontwikkelingsmogelijkheden voor bedrijven en vrijkomende locaties.
    • Klimaatverandering: water en energie.
    • Gebiedsontwikkeling: PIO Weerterland en infrastructuur.
  • Afspraken met bedrijven knelpunten fijn stof.
  • Opstellen aanvullend beleid fijn stof op basis van de Crisis- en Herstelwet.
  • Intrekken latente ruimte.
  • Coördinatie regionaal loket stoppende boer.
  • Verbindende rol bedrijfscontactfunctionaris.

Waar brengen we onze kennis in

  • Nationale Omgevingsvisie (Novi).
  • Schone lucht akkoord.
  • Provinciale Omgevingsvisie Limburg (Povi).
  • Uitvoeringsagenda vitale veehouderij voor een gezonde en duurzame leefomgeving.

2. Jaarverslag 2018: Wat hebben we in 2018 gedaan?

In 2018 hebben we zowel regionaal als binnen de gemeente gewerkt aan een buitengebied in balans. 
Hieronder volgt een opsomming van de resultaten van 2018. Om het overzicht te bewaren zijn deze kort gehouden. Ieder resultaat kent een proces met externe partners, agrariërs, burgers en andere belanghebbenden. Dit wordt in bijlagen 1 en 2 verwoord. Het kort samen vatten van de resultaten doet echter geen recht aan de energie die partijen hierin steken.
Wilt u meer weten over het resultaat? Bijlage 1 bevat uitgebreidere informatie. 

Regionale samenwerking.

  • Gebiedsbureau Weert, Nederweert, Leudal 
    • Met opgedane kennis vanuit BiB Nederweert een start gemaakt met BiB Leudal en een geactualiseerde landbouwvisie in Weert.o In samenwerking met bedrijfsleven het Economisch Actieprogramma Agribussiness (Keyport 2020) uitgevoerd.
    • Opbouwen en onderhouden netwerk onder andere met ministeries, buurgemeenten in Noord-Brabant en Noord-Limburg, provincies, Rijk, EU en bedrijfsleven.
    • Samenwerkingsovereenkomst en opstellen uitvoeringsprogramma in kader van Platteland in Ontwikkeling (PIO) Weerterland.
    • Ondersteuning vanuit de regio aan het Gebiedsontwerp vitale landbouw en gezonde leefomgeving Midden-Limburg onder leiding van de Wageningen University & Research.
    • Secretariaat regionale kwaliteitscommissie.
  • Samenwerking Midden Limburg (werkveld landbouw en natuur o.l.v. Nederweert):
    • Voorbereidingen om te komen tot een handvat omgevingskwaliteit. Dit is een instrument voor landschappelijke inpassing van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen op gebied van o.a. energie, landbouw, water.
    • Kennistour voor SML-gemeenten om te komen tot een aanpak voor vrijkomende agrarische bebouwing.
    • Opstellen Programma voor begeleiding van stoppende agrariërs binnen kader van de warme sanering varkenshouderij.
    • Samenwerking en vorming van Foodregio met regionale partners Agrifood Capital, Greenport en Foodvalley.
  • Werkgroep Schone Stallen (zes Peelgemeenten, provincie Limburg, LLTB en Milieufederatie): 
    • Kennis delen en samen optrekken op gebied van monitoring, verminderen uitstoot geur, gezondheid, fijn stof, geitenhouderijen, stoppersregeling, warme sanering varkenshouderij, vrijkomende agrarische bebouwing en innovatie.
    • Onderzoek luchtkwaliteit intensieve veeteelt in Nederweert, Venray en Horst aan de Maas.
    • Onderzoek naar opstellen beleid latente ruimte.
    • Bijdrage leveren aan uitvoeringsagenda vitale veehouderij voor een gezonde en duurzame leefomgeving.

Buitengebied in balans: visievorming

  • Onder grote belangstelling gestart met de Omgevingsvisie Buitengebied.
  • Onderzoek naar monitoren van data (emissies, leegstand bedrijven e.d.).
  • Ontwikkelingen (gezondheids)onderzoeken gevolgd met name op het gebied van de luchtkwaliteit.
  • Voorbereidingsbesluit geitenhouderijen en besluit om bestemmingsplan buitengebied te herzien voor geitenhouderijen. 
  • Wijziging van emissies (Emissies op basis van vergunde gegevens uit het web-bvb. Zowel 2018 als 2019 zijn berekend op basis van de emissiefactoren uit de RAV 2018, dit vanwege de veranderde emissies van combiluchtwassers) van agrarische bedrijven t.o.v. 1 januari 2018: 
    • Ammoniak van 867 .816 NH3/jr naar 858.874 NH3/jr. 
    • Geur van 6.104.052 Ou naar 6.028.075 Ou. 
    • Fijn stof van 204.095 kg/pm10/ jaar naar 207.644 kg pm 10/jaar 
  • Aanpak terugdringen fijn stof op basis van de notitie ‘Fijn stof in het grof’. Dit heeft in 2018 onder andere geresulteerd in:
  • Aanvraag Crisis en Herstelwet om nieuwe juridische instrumenten te krijgen om de fijn stof problematiek aan te kunnen pakken.
    • Voorbereidingsbesluit knelpuntbedrijven fijn stof.
    • Afname van aantal fijn stof knelpunten van 10 bedrijven naar 7 bedrijven op basis van de NSL decemberlijst.
    • Inventariserende gesprekken met fijnstofknelpuntbedrijven.
    • Beleidsregel Cumulatief toetsen fijn stof toepassen bij aanvragen veehouderijen.
  • Onderzoek gevolgen normwijziging combiwassers. 
  • Deelname aan landelijke bijeenkomsten om te komen tot een Schone Lucht Akkoord.

Buitengebied in balans: dialoog via platforms, netwerk en proeftuinen

  • Organiseren bijeenkomsten platform “Gezonde veehouderij in een gezonde leefomgeving”. Dit heeft geresulteerd in een ‘praatplaat’ en meer kennis en begrip voor elkaars standpunten.
  • Platform Gastvrij, Vlinder van Nederweert gestart.
  • Onderhouden en bouwen aan netwerk door onder andere gesprekken met gemeenten in Brabant en Gelderland, Wageningen Universiteit, maatschappelijke organisaties, ministerie, provincie. Dit netwerk is een opstap om tot duurzame samenwerkingsrelatie met partijen te komen. Hierdoor is Nederweert een gelijkwaardige gesprekspartner voor andere provincie en Rijk in diverse (beleids)trajecten. 
  • Inzet van agrarische bedrijfscontactfunctionaris voor het leggen van verbindingen onder andere via proeftuinen. 
  • Proeftuin zonneweides gestart.
  • Ontvangst en gesprekken tussen raadsleden van Nederweert met de gemeenteraad Eijsden Margraten.

3. Jaarplan 2019: Wat doen we in 2019? 

Volgens Aristoteles wordt alles in de natuur door iets anders bewogen of in gang gezet. 
Aristoteles zei dat iets of iemand de oorsprong moet zijn geweest van het proces. Dit noemde hij “de onbewogen beweger”. Aristoteles zei dat er nooit “niets” kan zijn geweest.

Het proces van de omgevingsvisie is in september 2018 gestart met een toelichting van Harry te Riele (Transitiefocus) op de ontwikkelingen in de landbouw. Hij schetste een beeld van het einde van een tijdperk van vijftig jaar intensivering en schaalvergroting in de landbouw. 

Volgens Te Riele reageren mensen uiteenlopend op een transitie. Dat kan zijn vanuit onzekerheid, vanuit eigenbelang. Of vanuit verschil in vertrouwen dat het anders kán. In het programma Buitengebied in Balans verbinden we ons met zoveel mogelijk belanghebbenden en belangstellenden.

Het programma ‘Buitengebied in Balans, samen groots, samen doen!’ begeleidt Nederweert naar een buitengebied. Waar een gezonde leefomgeving voorop staat en waar ruimte is voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van voedselproductie maar ook voor andere ontwikkelingen zoals toerisme en recreatie, zorgconcepten of energievoorzieningen.
In 2019 gaan we door op de ingeslagen weg samen met de inwoners, bedrijven, regio en andere partners. 

Afspraken in het coalitieakkoord 2018-2022 Samen. Duurzaam. Verbinden:

  • Samen met de agrarische sector en andere betrokken partijen stellen we een omgevingsprogramma op voor luchtkwaliteit waarin de maatregelen staan die we nemen om in 2022 aan de Europese norm voor fijn stof te voldoen. Ons streven is om in 2022 geen knelpuntbedrijven meer te hebben.
  • We treffen corrigerende maatregelen om fijn stof terug te dringen zoals het realiseren van meer groen. Dit draagt op meerdere manieren bij aan de gezondheid van onze inwoners.
  • We stellen een toetsingskader gezondheid op voor agrarische bedrijven. Hierbij maken we gebruik van de deskundigheid van andere organisaties zoals de GGD en LLTB.
  • We maken gebruik van landelijke regelingen of fondsen voor agrariërs die voornemens zijn hun bedrijf te beëindigen.
  • We stellen een intrekkingsbeleid op en voeren dit uit.
  • We stellen een omgevingsvisie en omgevingsplan op voor het buitengebied met alle betrokkenen. De omgevingswet helpt om nieuwe innovaties mogelijk te maken.
    Daarbij staat de gezondheid voor mens én dier voorop. Bij het opstellen van de omgevingsvisie zullen we keuzes maken waar we economisch willen ontwikkelen en welke ontwikkeling het meest is gewenst. 
  • We stimuleren nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven, zoals toeristische activiteiten en de ontwikkeling en verkoop van streekproducten.

In het coalitieakkoord zijn afspraken gemaakt over de belangrijke thema’s van Buitengebied in Balans. 
In 2019 ligt het accent op de volgende thema’s en activiteiten:
Inzetten op gezonde leefomgeving onder meer door:

  • In overleg met de knelpunt bedrijven oplossingen te zoeken voor de overschrijdingen. 
    • We streven er naar om eind 2019 per bedrijf een afspraak c.q. plan van aanpak te maken gericht op de afspraak uit het coalitieprogramma om in 2022 geen knelpuntbedrijven meer te hebben.
    • De bedrijfscontactfunctionaris in te zetten om proeftuinen te stimuleren die bijdragen aan vermindering van uitstoot van fijn stof en geur. 
    • In de omgevingsvisie voor thema gezondheid de koers uit te zetten voor de komende jaren. 
    • Gebruik te maken van de mogelijkheden die de Crisis- en herstelwet ons naar verwachting in de loop van 2019 gaat bieden om aanvullend beleid te maken voor fijn stof.
    • Te onderzoeken op welke manier intrekkingsbeleid vorm kan worden gegeven, rekening houdend met actuele ontwikkelingen zoals de warme sanering varkenshouderij, stoppersregeling en afbouw van agrarische bedrijven.
  • Het in procedure brengen van een Omgevingsvisie Buitengebied. Hiervoor volgen wij een interactief proces met de raad, inwoners, bedrijven en belangenorganisaties. In de omgevingsvisie krijgen de thema’s gezonde leefomgeving, verdienvermogen, klimaatverandering en gebiedsontwikkeling een plaats. Het vormt de basis voor uitvoeringsmaatregelen zoals een omgevingsprogramma voor afnemen van fijn stof en geur, toetsingskader gezondheid, intrekkingsbeleid en beleid voor nieuwe verdienmodellen in vrijkomende agrarische bebouwing. We gebruiken de ervaringen uit de proeftuinen om de stap tussen praktijk en visie zetten.
  • Begeleiding en ondersteuning van de stoppende agrariërs. Nederweert coördineert in 2019 namens de regio Noord- en Midden-Limburg een loket waar bedrijven die willen stoppen terecht kunnen voor ondersteuning. Dit loket wordt gefinancierd vanuit de regeling warme sanering varkenshouderij. De bedrijfscontactfunctionaris speelt een rol bij het begeleiden van deze bedrijven naar nieuwe verdienmodellen. 
  • De bedrijfscontactfunctionaris krijgt een steeds belangrijkere rol in het verbinden van agrariërs met hun omgeving en visa versa. De bedrijfscontactfunctionaris is er voor alle spelers in het buitengebied. De opgehaalde informatie kan gebruikt worden in de gehele organisatie, waaronder de Omgevingsvisie. Het aangaan van gesprekken hoeft niet altijd te leiden naar concrete plannen maar is vooral gericht op de vraag wat er speelt in het buitengebied. Het gaat over het ophalen, uitzetten en begeleiden van initiatieven en het verbinden van partijen.
  • Niet alleen in Nederweert maar ook op Europees, landelijk en provinciaal niveau is er veel in beweging in de transitie van het buitengebied. Deze ontwikkelingen volgen we daar waar mogelijk praten en denken we mee. Hierbij is een gezonde leefomgeving in Nederweert altijd ons uitgangspunt. In 2019 zijn belangrijke onderwerpen:
    • Nationale Omgevingsvisie (Novi).
    • Schone lucht akkoord.
    • Warme sanering varkenshouderij.
    • Provinciale Omgevingsvisie Limburg (Povi).
    • Uitvoeringsagend

4. Financiële onderbouwing

Voor de uitvoering van ‘Buitengebied in Balans, samen groots, samen doen!’ is een reserve geformeerd van € 850.098,00.

In de periode 2014-2018 is hiervan € 466.500 (afgerond) benut voor:

  • Visievorming € 252.500
  • Reguliere werkzaamheden € 22.500
  • Platforms € 44.000
  • Proeftuinen op themaniveau € 17.500
  • Ondersteuning en communicatie € 130.000

Dit bedrag is inclusief de aanbesteding van werkzaamheden in 2018 die in 2019 worden uitgevoerd, zoals het opstellen van de omgevingsvisie voor het buitengebied.

Voor 2019 is een bedrag van € 130.000 begroot. Dit is met name bedoeld voor het proces van de omgevingsvisie en de aanpak van de fijnstof knelpunten. Het restant van de reserve is onder andere bedoeld voor het opstellen van een omgevingsplan voor het buitengebied.

Bijlage 1. Beschrijving resultaten 2018

Regionale samenwerking

  • Gebiedsbureau Weert, Nederweert, Leudal.
  • Uitvoering Economisch Actieprogramma Agribussiness (Keyport 2020).
    • Vier projecten (14 ondernemers) opgestart en 1 project in voorbereiding.
    • Samenwerking opgezet met Philips en Ardol voor innovaties voor 6 bedrijven.
    • Er hebben 25 ondernemers deelgenomen aan Masterclass: Anders Ondernemen. Vanuit de groep zijn 2 concrete vragen gekomen voor uitwerking nieuw verdienmodel. Daarvoor is project “duurzaam verwaarden” opgestart.
    • Uitvoering van communicatieplan waardoor de activiteiten EAA breed bekend zijn en gedragen worden door regionale overheden, ondernemers, onderwijs en onderzoeksinstellingen.
    • Symposium met toelichting van de resultaten en aanbieden adviesrapportage toekomstbestendigheid agrofoodcluster aan Keyport, gemeente en Rabobank.
  • Platteland in Ontwikkeling (PIO) Weerterland.
    Sinds 2017 werken Weert, Nederweert, LLTB, Waterschap, Provincie Limburg en Natuurmonumenten samen in PIO Weerterland. Het doel is om integraal projecten uit te voeren die bijdragen aan een buitengebied in balans. 

    De projectorganisatie combineert hiervoor grootschalige opgaven met lokale wensen en ideeën. Daarnaast zijn er ook ontwikkelingen die al een eigen proces doorlopen. Om die reden vormen ze een onderdeel van het uitvoeringsprogramma PIO Weerterland. Dit betekent vooral dat er wordt afgestemd en aangehaakt daar waar mogelijk. De organisatie bestaat uit een stuurgroep, waarin de bestuurlijke vertegenwoordigers van de zes stakeholders zitting hebben. De stuurgroep wordt ambtelijk ondersteund door een ambtelijke werkgroep. Het kernteam verzorgt de dagelijkse werkzaamheden en faciliteert de streek, stakeholders en gebiedspartners. 

    Op 30 november 2018 is door provincie, gemeente Nederweert en Weert, LLTB, Natuurmonumenten en Waterschap een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met bijbehorend uitvoeringsprogramma fase 1 met een investering van ca. € 4,7mln. In 2018 zijn de volgende projecten opgestart / uitgevoerd in Nederweert:
    • Aanleg stekelstruweel (tevens openingshandeling en ondertekening samenwerkingsovereenkomst)
    • Inventarisatie bermsloten (fase 1 de haarvaten van het watersysteem)
    • Kanaalzone fase 2 en 3
    • Pilot (zoet)waterbeschikbaarheid
    • Systeemvernieuwing pluimveehouderij, gebiedsontwerp
    • Verbetering landbouwstructuur
    • Verbetering bodemvitaliteit / gezonde bodem

In 2019 start het concretiseren van de fase 2 projecten die vermeld staan in het uitvoeringsprogramma. Voor Nederweert gaat dit om de volgende projecten:

  • WB 21 knelpunt Aan Veertien
  • Aa-dal zuid
  • Vogelakker oude vuilstort Ospel
  • Noordervaart
  • Verplaatsen passantenhaven Budschop

Projecten die Weerterland breed opgepakt worden:

  • Aanpak Knolcyperus
  • Vrijkomende agrarische bebouwing
  • Risicodialoog na stresstest (onderdeel van de haarvaten v.h. watersysteem)
  • Icoonproject DPRA
  • Landbouwroutes buitengebied
  • Saneren en herinrichten oude stortlocaties
  • Pilot landschapsfonds
  • Willemsroute

PIO Weerterland gebruikt de programmalijnen: Ondernemen, Klimaat, Infrastructuur, 
Landschap en mensen, Randzones en Kanalen als basis voor uitvoeringsprojecten.

  • Gebiedsontwerp vitale landbouw en gezonde leefomgeving Midden-Limburg onder leiding van Wageningen University & Research (WUR).

    In dit project ontwikkelt de WUR, in opdracht van het ministerie van Landbouw, nieuwe oplossingen voor het verbeteren van de leefomgeving rondom pluimveehouderijen in combinatie met innovatieve ontwikkelingen in de keten (systeemverandering). De WUR heeft het gebied Weert-Nederweert-Leudal gekozen vanwege het aanwezige netwerk en de aanpak Buitengebied in Balans in Nederweert en Buitengebied in Beweging in Leudal. De WUR betrekt de omgeving bij het zoeken naar oplossingen. Het project duurt vier jaar en past in de aanpak van Buitengebied in Balans om de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. In de periode 2018 is een uitgebreide analyse gemaakt van het gebied. 

    Het project is bedoeld om via ontwerpend onderzoek oplossingen te creëren voor een gezonde (pluim)veehouderij in een gezonde omgeving. De focus in het gebiedsontwerp ligt vooral het op:
    • het ontwerpen van oplossingen gericht op het onderliggende probleem van normopvullend gedrag. 
    • het verenigen met andere doelen in het gebied.
      In 2019 krijgt dit project een vervolg daar waar mogelijk wordt een verbinding gelegd met het zoeken naar oplossingen van fijn stof knelpunten.
    • Secretariaat regionale kwaliteitscommissie.
    • Uitbrengen adviezen voor de gemeenten Weert, Nederweert en Leudal. In 2018 zijn 3 adviezen in de regio uitbracht.
    • Samenwerking Midden Limburg (werkveld landbouw en natuur onder leiding van Nederweert). 
    • Voorbereidingen om te komen tot een handvat omgevingskwaliteit. 
      De kernkwaliteiten van het landschap zijn de waarden van het landschap die zorgen voor herkenbaarheid en onderscheid van de landschapstypen. Bij nieuwe ontwikkelingen (bijvoorbeeld bouwen van stallen, plaatsen van windmolens en zonenvelden) moet rekening worden gehouden met de kernkwaliteiten van het landschap. Het werken met de kernkwaliteiten wordt vaak als lastig ervaren. Het op te stellen Handvat Kernkwaliteiten 
    • Midden-Limburg West biedt een handreiking voor initiatiefnemers van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen om antwoord te geven op de vraag hoe deze past in het landschap. De gemeenten Weert, Nederweert en Leudal gaan hiermee in 2019 samen met de provincie aan de slag. 
      Het handvat biedt initiatiefnemers de mogelijkheid om landschappelijke kernkwaliteiten van meet af aan te betrekken bij het ontwerpen en ontwikkelen van plannen. De initiatiefnemer geeft daarbij aan hoe de ontwikkeling zorgt voor het behoud of de ontwikkeling van de aanwezige kernkwaliteiten en hoe eventuele negatieve effecten worden gecompenseerd. Dit alles om bij te dragen aan de kwaliteiten van het Midden-Limburgse landschap. Het handvat is 
      tevens bruikbaar als bouwsteen voor de omgevingsvisie buitengebied en loopt vooruit op de Omgevingswet, die in 2021 van kracht wordt.
    • Programma voor begeleiding van stoppende agrariërs.
      Op dit moment staat zo’n 10% van het agrarisch vastgoed op het Limburgse platteland leeg. Volgens onderzoek van Wageningen University Research verdubbelt die hoeveelheid de komende tien jaar. Leegstaand agrarisch vastgoed is niet alleen een risico voor verwaarlozing en verloedering van het landschap. Ze brengen ook risico’s voor de gezondheid met zich mee en ze zijn aantrekkelijk als broedplaats voor criminaliteit. Achter de muren van de stallen gaat bovendien vaak financieel en sociaal leed schuil. Het gros van de lege stallen is niet karakteristiek of aantrekkelijk en vaak nog voorzien van asbestdaken. Hergebruik is mede daardoor niet eenvoudig. Ook blijkt uit het onderzoek dat veel eigenaren afwachten en er vanuit gaan dat ze op termijn hun gebouwen nog kunnen verhuren of verkopen.
      Om die reden is een plan van aanpak tot stand gekomen binnen een samenwerking van Regio Noord-Limburg, Provincie Limburg en regio Midden-Limburg. Het project start in ieder geval met een gesprek met een ondernemer. Afhankelijk van de situatie waarin het bedrijf en de eigenaren van het bedrijf zich bevinden kan een zakelijk of persoonlijk getint gesprek het meest functioneel zijn. Het is van belang dat alle andere partijen die invloed uitoefenen op de agrariër zijn aangehaakt. Er zal een expertteam beschikbaar zijn om belemmeringen en/of 
      hulpvragen te kunnen oppakken. Begin 2019 wordt een uitvoeringsorganisatie worden ingericht. Zaken als asbestsanering, herbestemming/ sloop, werk naar werk constructies, fiscaliteit, sociaalpsychologische 
      begeleiding en restschuld zijn zaken die hierbij aan de orde kunnen komen. Er worden door onafhankelijke coaches gesprekken gevoerd met die ondernemers die op basis van de geurbelasting en als stopper bekend zijn bij de gemeenten. We schatten dit aantal op 150 gesprekken in 2019 en 2020 in Noord- en Midden-Limburg.
      Het project bestaat uit een kennisplatform en een ondersteuningsarrangement en is bedoeld voor eigenaren van agrarisch vastgoed die niet meer voor agrarische doeleinden gebruikt worden. Eigenaren kunnen met een financiële bijdrage een beroep doen op de deskundigenpool. Zij ondersteunen en adviseren de eigenaar bij het nemen van een beslissing over herbestemming. 
      Gemeente Nederweert coördineert de uitvoering van het plan van aanpak namens de regio Noord- en Midden-Limburg. Het loket wordt gefinancierd door het budget warme sanering varkenshouderij. Het is daarom in eerste instantie bedoeld voor varkenshouderij. Bij een succesvolle aanpak is regionaal de wens uitgesproken dit ook open te stellen voor andere sectoren. 
    • Samenwerking en vorming van Foodregio met regionale partners Agrifood Capital, Greenport en Foodvalley.
      Na aanleiding van de bestuurlijke aftrap van de samenwerking op 10 oktober 2018 en de ambtelijk gedefinieerde kernopgave van de samenwerking genaamd Food NL, wordt door de regio’s een concreet actieplan voor 2019-2020 opgesteld. Hierin wordt beschreven op welke zaken samengewerkt gaat worden. Grofweg is een driedeling gemaakt van activiteiten waarmee Food NL aan de slag gaat, te weten:
    1. Majeure uitvoeringsprojecten die invulling geven aan de opgave Food NL. Het gaat hierbij met name om projecten op gebied van circulaire economie en gezonde veehouderij. De projecten zijn bedoeld om agrarische bedrijven duurzaam te maken. 
    2. Mede organiseren van evenementen op het gebied van food en landbouw.
    3. Lobby op wet, regelgeving, beleid en (financierings)programma’s
    • Werkgroep Schone Stallen (zes Peelgemeenten, provincie Limburg, LLTB en Milieufederatie):
      • Onderzoek luchtkwaliteit intensieve veeteelt.
        In juli 2017 is het nader onderzoek luchtkwaliteit intensieve veeteelt gestart in Nederweert in opdracht van provincie Limburg. Er wordt tegelijkertijd op twee woonlocaties, een hoog belaste en een niet direct belaste locatie, gemeten. De metingen worden binnen twee meetperioden van elk twee maanden uitgevoerd. Het gaat om een warme periode (juli/augustus) en twee maanden in een koude periode (februari-maart 2018). Er vinden tevens onderzoeken plaats in Venray en Horst aan de Maas. De resultaten over alle gemeentes 
        worden door de provincie gecommuniceerd De provincie geeft aan dat de rapportage van de resultaten vertraagd is en dat deze medio 2019 verwacht wordt.
      • Intrekken latente ruimte (intrekkingsbeleid).
        Binnen (intensieve) veehouderijen is vaak latente ruimte aanwezig. Dit kan dieraantallen 
        bedragen, maar ook verleende bouwvergunningen en/of aanwezig bouwblok. 
        Om het probleem van latente ruimte aan te pakken, werken de gemeenten Nederweert, Leudal en Weert samen met de provincie aan een aanpak voor het saneren van latente ruimte in bestemmingen en vergunningen (bouw en milieu). De overige drie peelgemeenten (Peel en Maas, Horst en Venray) zijn inmiddels ook aangesloten. 
        Afgelopen najaar vonden er twee gezamenlijke kennissessies over latente ruimte plaats. 
      • Hierbij is aandacht besteedt aan de mogelijkheden en eventuele risico’s van een aanpak, met aandacht voor zowel fiscale, bedrijfseconomische, juridische en sociale aspecten. Ook ontwikkelingen zoals de stoppersregeling en de warme sanering varkenshouderij zijn hierbij betrokken. 
        Op basis van deze kennissessies wordt een overzicht opgesteld met (on)mogelijkheden bij actief intrekkingsbeleid. Hoewel dit met een provinciale verordening zou kunnen, is er in overleg met gemeenten bewust voor gekozen om hier ruimte te laten voor lokale afwegingen. Gemeenten weten immers zelf het beste welke ontwikkeling op welke plek al dan niet wenselijk is. De provincie heeft de gemeenten juridische ondersteuning aangeboden voor dit proces en houdt qua tijd de vinger nadrukkelijk aan de pols.
        Voor Nederweert betekent dit dat we onderzoeken hoe het intrekkingsbeleid vorm kan krijgen, rekening houdend met actuele ontwikkelingen zoals de warme sanering van de varkenshouderij, de stoppersregeling en de afbouw van agrarische bedrijven. o Uitvoeringsagenda vitale veehouderij voor een gezonde en duurzame leefomgeving. 
        De Uitvoeringsagenda presenteert de ‘Limburgse aanpak’ voor de intensieve veehouderij en beschrijft hoe de intensieve veehouderij ook in de toekomst een belangrijke rol kan spelen in de Limburgse economie. Daarbij aandacht hebbende voor vraagstukken op het gebied van energie, duurzaamheid, volksgezondheid, milieu en dierenwelzijn. De Uitvoeringsagenda beschrijft de aanpak en de taken en verantwoordelijkheden die de verschillende overheden (Rijk, provincie en gemeenten) hierbinnen hebben. De Uitvoeringsagenda kwam tot stand na intensief overleg met het Rijk, gemeenten, de sector (LLTB) en de Natuur en Milieu Federatie (NMF). Gezamenlijk zetten we met deze Uitvoeringsagenda een stip op de horizon, inclusief de beoogde effecten en de weg daarnaartoe. Het landbouwbeleid staat centraal in de Uitvoeringsagenda, maar is daarnaast verbonden met andere beleidssectoren (energie en duurzaamheid).
        Deze uitvoeringsagenda is via de werkgroep schone stallen en het daaraan gekoppelde bestuurlijk overleg schone stallen met de gemeente besproken. De, voor de veehouderij, uit te werken acties worden door werkgroep Schone stallen uitgevoerd.

Buitengebied in balans: visievorming

  • Opstellen omgevingsvisie buitengebied
    Het proces van de omgevingsvisie bestond in 2018 voornamelijk uit het ophalen van informatie. Dit geldt zowel intern als extern. Intern spraken wij diverse collega’s. Enerzijds om informatie uit te wisselen. Anderzijds om ze bewust te maken van het proces van de omgevingsvisie.
    Extern zijn mensen uit diverse geledingen geïnterviewd. Heel informeel met als doel om van gedachten te wisselen over diverse zaken. Op 2 oktober 2018 is een meedenksessie georganiseerd. De animo was groot. Zo’n 120 personen bogen zich ver vier thema’s. Zij werden gevraagd om aan te geven waar zij vooral behoefte aan hebben en wat er allemaal is. 
    Tot slot zijn in november vier moodboardsessie gehouden. In totaal deden daar 45 mensen aan mee. Onder deskundige begeleiding van een kunstenaar zijn zij creatief aan de slag gedaan met allerlei materialen. Het resultaat waren moodboards die een thema weergaven.
    Het jaar 2018 stond dus vooral in het teken van ophalen van informatie die wij gebruiken voor het schrijven van de omgevingsvisie. Het heeft in ieder geval geleid tot de navolgende thema’s:
     
  • Datamonitoring.
    Voor het opstellen van een omgevingsvisie en omgevingsplan zijn data nodig die inzicht geven in de huidige situatie en die gebruikt kunnen worden om te monitoren. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om uitstoot van agrarische bedrijven, leegstand van gebouwen en omvang van bedrijven. 

    Er zijn meerdere bijeenkomsten geweest waarbij bekeken is:
    • welke data nodig is, 
    • welke data aanwezig is en 
    • hoe deze data het beste ontsloten kan worden. 

      Geconstateerd is dat er veel data aanwezig is, echter dat het koppelen van deze data een uitdaging oplevert. In het kader van de omgevingswet, die in 2021 in werking treedt, worden met ketenpartners die ook data in gebruik hebben (provincie, waterschap, bsgw, veiligheidsregio) afspraken gemaakt over uitwisseling en ontsluiting van data. Het Digitale Stelsel Omgevingswet biedt hier vanaf 2021 mogelijkheden voor..
  • Ontwikkelingen (gezondheids)onderzoeken luchtkwaliteit: Veehouderij en gezondheid omwonenden (VGO) I, II & III 
    De Gezondheidsraad geeft in 2018 in haar vervolgadvies over gezondheidsrisico's rond veehouderijen aan: 
    "Bij alle gevonden verbanden in het VGO-onderzoek en in internationale onderzoeken over gezondheidsrisico’s rond veehouderijen gaat het om meer of minder sterke aanwijzingen. De gegevensbasis is te beperkt om van algemeen aanvaarde inzichten te kunnen spreken." 
    Omwonenden in een straal van 1 kilometer rondom pluimveebedrijven hebben een wat grotere kans op longontsteking. Mogelijk komt dit door de uitstoot van fijn stof en componenten ervan. Dit is één van de resultaten uit het verschenen onderzoek Veehouderij en gezondheid omwonenden (VGO-onderzoek, juli 2016). 
    Het VGO-onderzoek bevestigt ook eerdere bevindingen. Zo komen astma en neusallergieën juist minder voor op korte afstand van een veehouderij. Dichtbij veehouderijen wonen ook minder mensen met COPD, een chronische longziekte. De COPD-patiënten die vlakbij een veehouderij wonen, hebben wel een verhoogd risico op complicaties van hun ziekte. 
    Het VGO-onderzoek geeft ook aanwijzingen dat de longfunctie vermindert bij mensen die veel veehouderijen in hun directe omgeving hebben. Dit komt vooral voor in gebieden met 15 of meer veehouderijen in een straal van 1 km. Het aantal veehouderijen rond de woning is bepalend. Er is geen duidelijke samenhang met specifieke veehouderijtypen. 
    Longfunctieveranderingen hangen waarschijnlijk samen met de blootstelling aan stof en microorganismen (endotoxinen) direct rond de veehouderijbedrijven. 
    In 2017 verscheen een rapport met aanvullende studies binnen het VGO-onderzoek. 
    Conclusies uit het eerste VGO rapport zijn bevestigd met deze nauwkeuriger bestudering van de gegevens. Zo bevestigden de analyses uit 2017 dat omwonenden van pluimveehouderijen een verhoogde kans op longontsteking hebben. 
    Voor geitenhouderijen werd in 2016 geconstateerd dat een verhoogde kans op longontsteking zou kunnen spelen. Daarvoor was eerst wel een aanvullende analyse nodig. Het nieuwe rapport bevestigt dat ook omwonenden van geitenhouderijen een verhoogde kans op longontsteking hebben. Het is niet bekend wat de oorzaak is van dit verband (Q-koorts is uitgesloten). VGO III bevestigt dat er rondom geitenhouderijen een verhoogd risico aanwezig is op 
    longontsteking. 

    Ammoniak 
    Hoe hoger de concentratie ammoniak (afkomstig van veehouderijen) in de lucht, hoe meer de longfunctie afneemt. Waarschijnlijk veroorzaakt ammoniak zelf dit effect niet. Het gaat om de fijn stofdeeltjes die worden gevormd doordat ammoniak met andere stoffen in de lucht reageert. Deze deeltjes verplaatsen zich over grote afstand. Daardoor kunnen de effecten zich mogelijk ook in een groter gebied voordoen. De effecten van ammoniakblootstelling en veehouderijen zijn in omvang vergelijkbaar met de effecten op de longfunctie van mensen in steden. Daar zijn de negatieve effecten het gevolg van verkeersblootstelling. 

    Endotoxinen 
    Overschrijding van de door de gezondheidsraad aanbevolen adviesgrenswaarde van 30 EU/m3 endotoxinen is mogelijk. Dit blijkt uit het rapport 'Emissies van endotoxinen uit de veehouderij' (fase 3a). Bij stallen van varkens is dat tot zo’n 200 meter het geval. Bij pluimvee tot zo’n 500 meter. Bij varkens zijn binnen de aangegeven afstand de wettelijke normen voor geur en fijn stof al kritisch. De maatregelen om te voldoen aan deze normen, beperken ook de emissies van endotoxinen. Zonder aanvullend beleid in de pluimveehouderij zullen de risico’s door endotoxinen voor omwonenden in de omgeving van pluimveestallen niet verminderen

    Vervolg onderzoek 
    Er vinden nog steeds vervolgonderzoeken plaats, zodat er vanuit de landelijke overheid geen gezondheidsnorm vastgesteld is. Naar verwachting worden in 2019 de deelonderzoeken afgerond, waarna vermoedelijk in 2020 het totale onderzoek zal zijn afgerond. Het vervolgonderzoek heeft onder meer betrekking op de oorzaken van de verhoogde ziektedruk rond geitenhouderijen. Pas nadat meer inzicht is verkregen in de relaties tussen veehouderij en de gezondheid van omwonenden, zal worden bezien welke risico reducerende maatregelen effectief kunnen zijn. 
     
  • Voorbereidingsbesluit geitenhouderijen en besluit om bestemmingsplan buitengebied te herzien voor geitenhouderijen.
    Op 13 maart 2018 heeft de raad van de gemeente Nederweert een voorbereidingsbesluit genomen voor het houden van geiten. Vanwege het mogelijke gezondheidsrisico voor omwonende rondom geitenhouderij wordt een wijziging van het bestemmingsplan met betrekking tot de geitenhouderij voorbereid. Om in de tussentijd te voorkomen dat er ongewenste ontwikkelingen plaatsvinden is in het voorbereidingsbesluit opgenomen dat uitbreiding van het aantal geiten en van het aantal locaties waar geiten worden gehouden niet is toegestaan In oktober 2018 is in het vervolgonderzoek (VGO3) bevestigd dat gezondheidseffecten rondom geitenhouderijen optreden. De onderzoeken geven echter geen duidelijkheid over de precieze oorzaken van het verhoogde ziekterisico en dus ook niet over de mogelijkheden om hier met bedrijfsmaatregelen iets aan te doen. Zolang er onduidelijkheid bestaat over de precieze oorzaken, is het onwenselijk dat het aantal geitenhouderijen in Nederweert verder toeneemt. In de vergadering van 18 december 2108 heeft de raad 
    ingestemd met het opstellen van een ontwerp-wijziging van het bestemmingsplan waardoor vestiging en uitbreiding van geitenhouderijen niet mogelijk is. 
     
  • Wijziging van emissies: 
    In 2018 zijn de emissies van geur en ammoniak licht gedaald en fijn stof licht gestegen. Het is de bedoeling om via de omgevingsvisie en het omgevingsplan emissies te monitoren. Met een omgevingsprogramma kan hier eventueel op gestuurd worden.
    De gemeente kan emissies niet altijd beïnvloeden. Als landelijk een emissiefactor wijzigt, zoals bij de combiwassers gebeurd is, wijzigen de berekende geuremissies zonder dat er feitelijke iets veranderd aan de geuremissie. De lichte stijging van fijn stof wordt veroorzaakt door bedrijven die hun emissie kunnen uitbreiden binnen de normen voor de fijnstofbelasting.
     
  • Aanpak fijn stof. 
    • Notitie Fijn stof in het grof.
      In 2018 is de notitie ‘Fijn stof in het grof’ opgesteld. Deze notitie gaat in op:
      • De aanpak van bestaande knelpunten.
      • Benodigde aanpassing in wet- en regelgeving om nieuwe knelpunten te voorkomen.
      • De rollen die gemeente, provincie en rijk hebben in het proces om de fijn stof in Nederweert omlaag te brengen.

In 2018 hebben we ingezet op bovenstaande punten. Door het indienen van een aanvraag voor de 19e  tranche voor de Crisis en Herstelwet krijgt de gemeente in de loop van 2019 de mogelijkheid om aanvullend instrumentarium in te zetten. 

  •  Aanvraag Crisis en Herstelwet
    Medio 2018 is er door de gemeente Nederweert een aanvraag ingediend om op basis van de Crisis- en Herstelwet aanvullend beleid te maken voor het verder terug dringen van de fijn stof. Om de aanvraag te kunnen honoreren is een aanpassing van de Crisis- en Herstelwet noodzakelijk. Hiervoor is toestemming van de eerste en tweede kamer nodig. Deze formele procedure zorgt er voor dat een besluit op onze aanvraag nog enkele maanden op zich laat wachten. We gaan er van uit dat in de tweede helft van 2019 een besluit wordt genomen.

    Een besluit op basis van de Crisis en herstelwet is nodig omdat de gemeente nu onvoldoende juridische instrumenten heeft om het opvullen van de norm en ontstaan van nieuwe knelpunten te voorkomen. De aanmelding voor de Crisis en herstelwet heeft als doel om in Nederweert, strenger dan de landelijke norm:
    • Gebiedsgericht afwijkend beleid op te stellen om de uitstoot van fijn stof terug te dringen. Dit betekent dat we in een gebied met te hoge uitstoot van fijn stof extra eisen aan bedrijven kunnen stellen.
    • Gebiedsgericht normen toe te passen om de uitstoot van fijn stof terug te dringen. Dit betekent dat de gemeente een gebied kan aanwijzen waar strengere normen voor fijn stof gelden. Hierdoor kunnen verdergaande technieken worden vereist om de fijn stof emissie te reduceren en kan in knelpuntsituaties het opvullen van de emissiewinst die hiermee wordt gehaald worden voorkomen.
      Binnen dit beleid moet Nederweert de mogelijkheid krijgen om, waar nodig, maatwerk te kunnen toepassen.
  • Voorbereidingsbesluit knelpuntbedrijven fijn stof en knelpuntbedrijven op basis van NSL decemberlijst.
    De gemeenteraad heeft 5 juli 2018 een voorbereidingsbesluit genomen voor veertien (potentiele) overschrijdingssituaties fijn stof. Het voorbereidingsbesluit heeft tot doel ontwikkelingen tijdelijk te bevriezen met het oog op de totstandkoming en voorgenomen vaststelling van een nieuw bestemmingsplan voor een beter woon- en leefklimaat, in het bijzonder de gezondheid van omwonenden in relatie tot de risico’s van hoge fijnstofconcentraties. Door het voorbereidingsbesluit is het op de betreffende veertien locaties tijdelijk niet toegestaan het aantal kippen, kalkoenen of eenden uit te breiden. Het voorbereidingsbesluit heeft een werkingsduur van een jaar. Dit jaar gebruiken we om het gesprek aan te gaan met de knelpuntbedrijven om een oplossing te zoeken voor de overschrijding.

    Het ministerie van I&W publiceert jaarlijks een lijst met veehouderijen die een te hoge fijn stof belasting heeft op de omgeving en daarom vergunningplichtig zijn. Dit heet de NSL decemberlijst. In 2018 daalde het aantal knelpuntbedrijven van tien veehouderijen naar zeven. Er zijn vier bedrijven van de lijst verwijderd en er is een nieuw bedrijf bijgekomen.

    Uit berekeningen blijkt dat de vier bedrijven, die niet meer op de lijst van 2018 voorkomen, geen knelpunt meer zijn. Dit komt omdat de vergunning is aangepast of omdat blijkt dat zij geen hoofdbron meer zijn van fijn stof. De zeven veehouderijen die nog op de lijst staan zijn allemaal meegenomen in het voorbereidingsbesluit dat op 5 juli 2018 is genomen.

    Op basis van de geactualiseerde NSL-decemberlijst en nieuwe berekeningen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat richten we ons voornamelijk op de vijf bedrijven die op de decemberlijst staan en een hoofdbron zijn van een overschrijding. De veertien bedrijven uit het voorbereidingsbesluit zijn als volgt op te delen:
    • 5 bedrijven op de lijst vergunningplichtige bedrijven 2018, waar we ons primair op richten om de knelpunten op te lossen.
    • 1 bedrijf op de lijst vergunningplichtige bedrijven 2018, die nog wel op de lijst staat als ‘dreigende overschrijding’ maar de norm van 35 dagen niet meer overschrijdt
    • 1 bedrijf op de lijst vergunningplichtige bedrijven 2018 waar de bestemming is gewijzigd en waar de pluimveehouderij binnen enkele jaren wordt beëindigd waardoor de overschrijding is opgelost
    • 1 bedrijf is omgeschakeld naar paardenhouderij waardoor de overschrijding is opgelost
    • 2 bedrijven dragen bij aan een overschrijding maar zijn geen hoofdbron van de overschrijding
    • 4 bedrijven komen op basis van de huidige berekeningen niet naar voren als een bedrijf dat een overschrijding veroorzaakt op een burger- of plattelandswoning
  • Inventariserende gesprekken knelpuntbedrijven fijn stof
    Voor de bedrijven die aangewezen zijn in het voorbereidingsbesluit heeft in oktober een voorlichtingsbijeenkomst plaatsgevonden. In december 2018 is gestart met een traject om in overleg met de veehouderijen te komen tot maatregelen om de fijnstofoverschrijdingen op te lossen. Deze aanpak krijgt in 2019 een vervolg met als doel concrete afspraken te maken met de bedrijven om de fijn stof terug te dringen.

    Deze afspraken kunnen gericht zijn op:
    • Toepassen van technieken om de uitstoot te verlagen
    • Het afbouwen van het bedrijf
    • Het zoeken naar een nieuwe functie van het bedrijf

Op basis van de geactualiseerde NSL-decemberlijst en nieuwe berekeningen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (zie hierboven) richten we ons in 2019 voornamelijk op de vijf bedrijven die op de decemberlijst staan en een hoofdbron zijn van een overschrijding.

  • Beleidsregel Cumulatief toetsen fijn stof opgesteld en toepassen bij aanvragen veehouderijen
    Het college van burgemeester en wethouders heeft op 9 oktober 2018 de beleidsregel cumulatief toetsen fijn stof uit veehouderijen Nederweert vastgesteld. Deze beleidsregel ziet er op toe dat bij toetsing van de fijn stof concentratie uit een veehouderij ook de omliggende veehouderijen gedetailleerd in de berekening worden meegenomen. Hiermee wordt voorkomen dat er in de toekomst nieuwe overschrijdingssituaties ontstaan. Inmiddels is het cumulatief toetsen voor veehouderijen in de landelijke regelgeving vastgelegd waardoor het per 1 januari 2019 landelijk moet worden toegepast.
     
  • Onderzoek wijziging normen combiwassers
    Gecombineerde luchtwassers zijn opgenomen in de regeling geurhinder en veehouderij. 
    Deze luchtwassers zorgen onder andere voor een reductie van geuremissie uit dierenverblijven. In 2018 hebben aan diverse geïnstalleerde gecombineerde luchtwassers in Nederland metingen plaatsgevonden. Uit deze metingen is naar voren gekomen dat de gestelde geuremissie niet gehaald werd. Hierop heeft de minister besloten de regeling geurhinder en veehouderij aan te passen voor deze gecombineerde luchtwassers. Dit heeft tot gevolg dat de inrichtingen die een of meerdere gecombineerde luchtwassers vergund hebben, zorgen voor een hogere uitstoot aan geur.
    Bekend is dat er voor 42 locaties een vergunning verleend is voor één of meerdere gecombineerde luchtwassers. Gestart is met de inventarisatie hoeveel van deze gecombineerde luchtwassers daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Daarnaast heeft de ODZOB nieuwe berekeningen uitgevoerd met de nieuwe geurnormen. Het blijkt dat er als gevolg van het wijzigen van de geurnormen voor gecombineerde luchtwassers meer overbelaste woningen bij zijn gekomen, zowel in het buitengebied als in de kernen.
    In 2019 wordt bekeken hoe omgegaan gaat worden met zowel reeds geïnstalleerde als nog niet gerealiseerde gecombineerde luchtwassers. Hierbij worden de effecten van de warme sanering varkenshouderij meegenomen.
     
  • Schone lucht akkoord
    Schone lucht is van levensbelang. Dit kan alleen bereikt worden als alle bestuurslagen zich inzetten voor een permanente verbetering van de luchtkwaliteit. Dat geldt voor Europa, het rijk en provinciale en gemeentelijke overheden. In het regeerakkoord en in brieven aan de Tweede Kamer heeft het kabinet aangegeven te streven naar een permanente verbetering van de luchtkwaliteit. Het doel is om te komen tot een vermindering van gezondheidsrisico’s door luchtverontreiniging, waarbij - conform het advies van de Gezondheidsraad - toegewerkt wordt naar de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. Het kabinet wil voor het zomerreces 2019 een Akkoord sluiten met andere overheden en heeft daarvoor het voorbereidingstraject van het Schone Luchtakkoord opgestart.
    De gemeente Nederweert is als enige kleine gemeente in Nederland gevraagd om mee te denken met het schone lucht akkoord. 
    Het Schone Lucht Akkoord is niet alleen een inspanning van decentrale overheden en regio’s. Ook van het ministerie zet zich hiervoor in. Niet alleen voor wat betreft de coördinatie, maar ook het zoeken naar maximale synergie met aanpalende relevante beleidsvelden. In het Voorjaar van 2019 zal het ministerie een raamwerk van het Schone Lucht Akkoord met u delen over de wijze waarop het ministerie van IenW het Schone Lucht Akkoord concreet vorm 
    wil gaan geven.
    Na het opstellen van het Schone Lucht Akkoord kan de gemeente besluiten mee te gaan werken aan dit akkoord. Op dit moment is nog niet duidelijk of dit gebeurd per individuele gemeente of dat de VNG hier iets gaat betekenen.

Buitengebied in balans: dialoog via platforms, netwerk en proeftuinen

  • Het platform “Gezonde veehouderij in een gezonde leefomgeving”. 

Het platform is ca tien keer bij elkaar gekomen gedurende de afgelopen vier jaar. Er is als eindproduct een praatplaat (zie bijlage 2) opgeleverd waarop enerzijds het proces te zien is en anderzijds de overeenkomsten en verschillen zijn aangegeven.
Mooi was te kunnen concluderen dat binnen een groep mensen met een uit elkaar lopende achtergrond en visie over het onderwerp gezonde veehouderij in een gezonde leefomgeving veel overeenkomsten aanwezig zijn. Dit inzicht heeft geleid tot meer begrip voor elkaars standpunt en situatie. De genoemde overeenkomsten zijn:

  • Gezondheid van mens en dier is belangrijk;
  • Uitstoot van emissies moet omlaag;
  • Landschappelijke inpassing alleen is onvoldoende;
  • Objectieve informatie is nodig, meten is weten;
  • Kennis verzamelen en delen is noodzakelijk.

De genoemde verschillen waren:

  • Schaal van produceren; globaal of lokaal;
  • Wel of niet sturen op dieraantallen;
  • De hoogte van de normen;
  • Het tempo waarin normen gehaald moeten worden.

Deze overeenkomsten en verschillen vormen de input voor de verdere discussie aangaande dit onderwerp in de omgevingsvisie. De praatplaat kan dan als instrument dienen voor de dialoog. Deze biedt voldoende aanknopingspunten om de dialoog over een gezonde veehouderij in een gezonde leefomgeving verder te voeren.

  • Platform Gastvrij, Vlinder van Nederweert.
    Ondernemers, de overheid en diverse natuurbeheerders hebben zich onder de noemer Vlinder van Limburg in 2017 verenigd. Het doel daarvan was om de belevingswaarde van Nederweert te versterken, initiatieven te verzamelen en voor bezoekers een natuurlijk en gastvrij totaalplaatje te creëren. De kansen die er liggen zijn nog onvoldoende benut. In 2019 verkennen we hoe we het platform voor de bevordering van de gastvrijheid van nieuw elan kunnen voorzien.
  • Inzet van agrarische bedrijfscontactfunctionaris voor het leggen van verbindingen en het ophalen van informatie. Dit gebeurd door gesprekken met ondernemers, bedrijfsbezoeken en via proeftuinen. In 2018 heeft de agrarische bedrijfscontactfunctionaris met ca. 30 ondernemers en een aantal burgers gesprekken gevoerd over de volgende onderwerpen:
    • Innovatie bedrijfsvoering.
    • Invulling vrijkomende agrarische bebouwing en sanering asbest 
    • Verplaatsing van (agrarisch) bedrijf naar nieuwe locatie
    • Stoppen van het agrarische bedrijf
    • Omschakeling van agrarisch bedrijf naar andere bedrijfstak. 
    • Verbreding van agrarische bedrijfsvoering 
    • Stimuleren van dialoog tussen ondernemer en omgeving. 

In het kader van de diversiteit van het Buitengebied is het belangrijk om te weten wat er speelt en gaat spelen. De functie bedrijfscontactfunctionaris is een vast aanspreekpunt voor zowel buiten (burgers, ondernemers) als binnen (collega’s en bestuur). Om die manier worden verbindingen gelegd en processen bewaakt.

Ondernemers en burgers in het buitengebied:
Om toekomstgericht te kunnen handelen is het belangrijk om te weten wat de mensen in het buitengebied bezig houdt. Wat vinden burgers en ondernemers belangrijk, welke plannen hebben ze nog en waar liggen nog verbeterpunten in de dienstverlening van gemeenten. In de gesprekken in het buitengebied kan de dialoog tussen ondernemer en omgeving gestimuleerd worden. Ook wordt daarbij de hulp in van andere partijen (maatschappelijk werk, mediation, buurtbemiddeling) ingeroepen indien dat nodig is. 

Interne samenwerking
Het “van buiten naar binnen” werken vraagt een andere manier van samenwerken tussen de ambtelijke teams. In het afgelopen jaar is de samenwerking vooral gezocht met de teams vergunning, handhaving en beleid. Om nog breder naar het buitengebied te kunnen kijken, is de samenwerking met het sociaal domein een aandachtspunt voor 2019.
Als gevolg van een breed netwerk over alle lagen heen, worden ideeën, risico´s, aandachts- verbeteren/of knelpunten gesignaleerd, en kunnen deze waar nodig intern en bestuurlijk besproken worden. 
Het gebruik van het netwerk kan ook andersom werken. Niet alleen halen maar vooral ook brengen van informatie. Zo wordt draagvlak gecreëerd voor nieuw beleid, als klankbord dienen voor mogelijke beleidswijzigingen en eventueel als afstemming en evaluatie achteraf.

Proeftuinen 
Nu we toewerken naar de omgevingsvisie en het omgevingsplan lopen initiatieven soms vast op het geldende beleid. Wanneer het een wenselijk ontwikkeling betreft waar op verschillende vlakken een win-win situatie uit voortkomt, kan het bestuur besluiten om het initiatief te bestempelen als proeftuin.

In 2019 wordt verder ingegaan op het proces rondom een proeftuin
Onderwerpen die hierbij aandacht vragen:

  • Welke afwegingen of stappen moeten doorlopen worden voordat er een voorstel proeftuin opgesteld wordt.
  • Welke randvoorwaarden zijn er (ondernemer, gemeente, betrokkenen)?
  • Wat als er sprake is van tegenstrijdige belangen? 
  • Hoe kan de ondernemer draagvlak creëren?
  • Hoe kan het (toekomstige) beleid profiteren van deze ontwikkeling? 
  • Hoe kan deze ontwikkeling geborgd worden in nieuw beleid?
  • Wat als de proeftuin niet succesvol blijkt? Welk stappen moeten dan ondernomen worden?
  • Wat is de beste vorm van documentatie van een proeftuin?
  • Hoe wordt de proeftuin vastgelegd in afspraken en vergunningen.
  • Hoe wordt er over de proeftuin gecommuniceerd met het bestuur, de raad, betrokkenen en inwoners van Nederweert?
  • Proeftuin zonneweides
    Er zijn veel initiatienemers die aan de slag willen met zonneweides. Het gaat daarbij om kleine projecten van enkele hectares tot grote projecten van tientallen hectares. Een positieve ontwikkeling in het licht van de energieopgave vanuit het klimaatakkoord waar we voor staan. Hierin staat de doelstelling om uiterlijk in 2030 minstens 49% CO2 te reduceren. Op gemeentelijk niveau heeft de raad van Nederweert recent uitgesproken in 2035 energieneutraal te willen zijn. Het huidige gemeentelijk beleid staat grondgebonden zonnepanelen echter niet toe. Ook op regionaal / provinciaal niveau is er nog geen beleid voor zonneweides.Zonneweides zijn een nieuw fenomeen in het Limburgse landschap. Dit vereist ook een zorgvuldige afweging tussen landbouw, natuur, toerisme, landschap enz Met Buitengebied in Balans is er afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met proeftuinen. Voor zonneweides wordt nu ook ingezet op de proeftuinaanpak. In eerste aanleg heeft de gemeente Nederweert ervoor gekozen om te starten met twee proeftuinen. Op deze wijze kunnen alle betrokkenen langzaam wennen aan deze ‘nieuwe’ vorm van duurzame energieopwekking. De leerervaringen van deze proeftuinen gebruiken we voor het ontwikkelen van toekomstig beleid en ze vormen daarmee ook een belangrijke bouwsteen voor de omgevingsvisie.