Bewoners en bedrijven van de gemeente Nederweert kunnen zonder in-/uitritvergunning één in-/uitrit realiseren/wijzigen op gemeentegrond, mits er wordt voldaan aan onderstaande regels. De bewoners dienen de gemeente wel duidelijk te informeren over de voorgenomen werkzaamheden (informatieplicht). De gemeente verleent haar toestemming op basis van haar eigendomsrecht (privaatrecht). Onderstaande toestemmingsregels zijn daar eveneens op gebaseerd. De gemeente kan de uitgevoerde werkzaamheden achteraf controleren. Als blijkt dat deze regels niet zijn nageleefd worden/zijn, dan zal dit alsnog op kosten van de eigenaar/gebruiker moeten gebeuren.

  1. Een nieuwe in-/uitrit mag worden gerealiseerd mits de auto volledig op eigen terrein geparkeerd kan worden.
  2. Als een particulier een tweede inrit wil, dan dient in overleg met de gemeente bekeken te worden of dit mogelijk/gewenst is en welke voorwaarden hieraan gesteld worden. Dit kan per situatie verschillen (bijv. hoekkavels t.o.v. tussenwoning, grote kavels t.o.v. kleine kavel).
  3. De inrit dient direct uit te komen op een openbare weg die bestemd is voor auto’s (dus niet op fietspaden, achteroms, voetpaden en ander paden die alleen bestemd zijn voor langzaam verkeer). Daarnaast is het niet toegestaan om zonder uitdrukkelijke toestemming van de gemeente, een inrit te maken op gebiedsontsluitingswegen (zie wegen genoemd in de toelichting). Voor provinciale wegen (zie toelichting), dient toestemming aan de provincie gevraagd te worden.
  4. Onder particulier wordt verstaan de gebruiker/eigenaar van de te realiseren in-/uitrit.
  5. Alle kosten voortvloeiende uit de realisatie en het onderhoud van de in-/uitrit komen ten laste van de particulier.
  6. De particulier dient minimaal 2 weken voorafgaand aan de werkzaamheden de gemeente te informeren over de aanleg van de inrit. Telefoonnummer binnen de reguliere werktijden is (0495) 677 111.
  7. Alle civieltechnische werkzaamheden ten behoeve van de in-/uitrit op gemeentegrond moeten worden uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van een professionele stratenmaker. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de gemeente deze werkzaamheden uitvoert. Hiervoor kan vooraf een kostenraming worden opgevraagd.
  8. De stratenmaker, genoemd in regel 7, werkt in opdracht en verantwoordelijkheid van de particulier. De stratenmaker zorgt voor de uitvoering van een deugdelijke fundering en bestrating etc. van de in-/uitrit. De aannemer draagt eveneens zorg voor de afwerking van de oprit op het aanliggende gemeentelijk groen. In geval van een grasveld zal inzaaien noodzakelijk zijn.
  9. De stratenmaker, genoemd in regel 7, mag bij de realisatie of verbreding van een in-/uitrit, de gemeentelijke trottoirbanden aanpassen ten behoeve van de in-/uitrit. Dit dient te gebeuren in overleg met de Buitendienst van de gemeente tel. 0495-677111. Aanwijzingen t.a.v. materiaalgebruik dienen hierbij opgevolgd te worden. In het algemeen kan gesteld worden dat de toe te passen materialen gelijk moeten zijn aan de aansluitende bestaande materialen.
  10. Voor het eventueel wijzigen van gemeentelijke eigendommen zoals rioolputten, kolken, lichtmasten, verkeersborden, straatmeubilair, beplanting, bomen, doorkruisen speelveldjes, wadi’s, sloten etc. ten behoeve van de in-/uitrit, dient contact opgenomen te worden met de Buitendienst van de gemeente. Op aanwijs van de gemeente Nederweert worden eventuele wijzigingen door de aannemer, genoemd in regel 7, uitgevoerd. Indien dit niet mogelijk is dan wordt dit door of namens de gemeente voor rekening van de particulier uitgevoerd, tegen vooraf geraamde kosten (bijv. verplaatsen lichtmast, kolken).
  11. De realisatie/wijziging van een in-/uitrit kan door de gemeente worden geweigerd, indien dit negatieve gevolgen heeft voor noodzakelijke aanpassingen van gemeentelijke eigendommen of ten koste gaat van monumentale bomen. Dit zal binnen een termijn van 2 weken gebeuren.
  12. Indien herplant van een gemeentelijke boom niet mogelijk is, wordt een financiële compensatie voor het instandhouden van het gemeentelijk bomenareaal in rekening gebracht van € 150,00.
  13. Oneffenheden door het onjuist aan straten van openbare bestrating, en de nieuwe bestrating van de in-/uitrit, dienen door de aannemer genoemd in regel 7, op eerste aanzegging te worden hersteld. Dit geldt ook voor toegebrachte schade aan bijv. de groenvoorzieningen.
  14. De werkzaamheden moeten wat betreft wegafzettingen voldoen aan de veiligheidseisen voor het werken langs wegen. Dit betekent dat het werkterrein deugdelijk afgezet moet zijn en voorzien te zijn van reflecterende schildjes (zie toelichting).
  15. De particulier is aansprakelijk voor alle schade die ontstaat als gevolg van de werkzaamheden. De particulier dient hiervoor verzekerd te zijn.
  16. Bij verbreding van een in-/uitrit worden dezelfde materialen gebruikt als in de bestaande oprit.
  17. Bij een nieuwe in-/uitrit worden dezelfde soort materialen gebruikt dan de meest voorkomende materialen in de nabijgelegen inritten. De in-/uitrit dient opgesloten te worden met opsluitbandjes met de afm. 10x20x100 cm (bxhxl).
  18. Bij doorkruising van het trottoir door de in-/uitrit dient hetzelfde materiaal als het trottoir gebruikt te worden. Indien er in het trottoir dunne tegels zitten (4,5 cm dik), dan dienen deze ter hoogte van de doorkruising vervangen te worden door dikke tegels (min 6 cm dik).
  19. Boven kabel- en leidingstroken mag geen puinfundering aangebracht worden. De fundering dient te bestaan uit een zandbed van minimaal 30 cm.
  20. Bij ontgravingen moet de particulier zich vergewissen van de ligging van eventuele kabels en leidingen. Hiervoor dient hij een klic melding te doen. Schade aan de kabels en leidingen komt voor rekening van de particulier. Een klic melding kunt u doen via de site www.klic.nl(externe link).
  21. De doorgang voor het verkeer op de openbare weg mag niet worden belemmerd tijdens de werkzaamheden.
  22. De particulier dient de aannemer genoemd in regel 7 van bovenstaande regels in kennis te stellen.
  23. Een inrit mag niet ten koste gaan van een buiten de rijbaan gelegen parkeerhaven.
  24. Een enkele inrit bij woningen mag maximaal 4.00 m breed zijn, een dubbele inrit 5.40 m. Indien deze gecombineerd wordt met de buurman mag de totale breedte maximaal 6,00 m zijn.
  25. Bij bedrijven mag de inrit maximaal 10 meter zijn. Bij te smalle wegen kan hiervan in overleg met de Buitendienst afgeweken worden.
  26. De ondergrond van de inrit blijft te allen tijde eigendom van de gemeente. De gemeente blijft dan ook gerechtigd om wijzigingen aan te brengen in de locatie of uitvoering van de inrit, indien dit noodzakelijk mocht zijn (bijv. bij herinrichtingen van wegen).
  27. Indien de inrit bedoeld is voor het intensief gebruik van zwaar verkeer/vrachtwagens dan dient deze inrit uit te komen op een verharde weg, die voor dergelijk zwaar verkeer gedimensioneerd is.

Aanvullende eisen Buitengebied

  1. Indien een inrit een sloot kruist (overkluizing), dan dient er een duiker van minimaal 315 mm ø aangelegd te worden. Bij een overkluizing dient een IT buis (ø 315 mm) oftewel infiltratiebuis gebruikt te worden. De particulier dient de duiker schoon te houden. Indien het een overkluizing betreft van een sloot, waarbij de duiker meer dan 10 meter breed is, dan dienen er op aangeven van de gemeente in de duiker kolken/putten aangebracht te worden. Deze zijn nodig voor de afvoer van oppervlakkig afstromend regenwater en om de duiker te kunnen reinigen (door aanvrager).
  2. er dient een elementenverharding aangebracht te worden (geen asfalt/beton).
  3. de particulier is onderhoudsplichtig voor de inrit. I.v.m. aansprakelijkheid van de wegbeheerder, mogen er geen grotere oneffenheden in het straatwerk zitten dan 3 cm. Dit wordt gemeten onder een rechte lat van 1,20 m.
  4. Van bovenstaande eisen kan op verzoek van de aanvrager onder bepaalde omstandigheden worden afgeweken. Dit enkel als o.a. de navolgende onderwerpen niet in het geding komen. De afwatering, het aandeel beplanting/ groen, de verlichting, de rioleringscapaciteit, openbare parkeercapaciteit en de verkeersveiligheid. Zulks ter beoordeling van de gemeente.

Toelichting op bovenstaande regels

  1. Om te voorkomen dat de doorgang van wegen en trottoirs belemmerd wordt en om te voorkomen dat openbare groenstroken gebruikt gaan worden als privé parkeerplaats, wordt deze regel toegepast.
  2. De gemeente wil het aantal inritten zoveel mogelijk tot een minimum beperken om verstening van de openbare ruimte tegen te gaan. In sommige gevallen kan een tweede inrit echter minder bezwaarlijk zijn. Bijvoorbeeld bij erg brede kavels of hoekkavels.
  3. Voorkomen moet worden dat inritten uitkomen op langzaam verkeersroutes (vrijliggende fietspaden en voetgangerspaden, achterom). Enerzijds i.v.m. de verkeersveiligheid, anderzijds i.v.m. mogelijke schade aan het trottoir/fietspad. Daarnaast is het i.v.m. de verkeersveiligheid en doorstroming van het verkeer, niet zonder meer mogelijk om zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de gemeente een in-/uitrit te maken op de volgende gebiedsontsluitingswegen: Randweg West, Staterweg, Lindenstraat, Loverstraat, Molenweg, Eind, Houtsberg, Booldersdijk, Hoofstraat, Klaarstraat, Lochtstraat, O.L.Vrouwestraat, Meijelsedijk, Deckerstraat, Dorpstraat, Kerkstraat (Leveroy). Voor provinciale wegen (Aan Vijftien, Rijksweg Noord, Wetering, Randweg Zuid, Venloseweg) zal contact opgenomen moeten worden met de provincie.
  4. De eigenaar van de woning of de eigenaar van het bedrijf is voor de gemeente ook de gebruiker en eigenaar van de betreffende in-/uitrit bij de woning. Eventuele huurders dienen dit dan ook goed kort te sluiten met de verhuurder.
  5. Alle kosten kunnen bestaan uit: werkzaamheden van de gemeente Nederweert werkzaamheden van de aannemer, eventuele schade/verlegging kabels en leidingen, etcetera.
  6. De informatieplicht is bedoeld om de gewijzigde gegevens te kunnen muteren in het gemeentelijk beheerssysteem (groen/riolering/verharding). Daarnaast kan de gemeente dan toezicht houden op de kwaliteit van het geleverde werk.
  7. Om het gemeentegoed te bewaken wordt er alleen door kundige mensen op het gebied van de Weg- en Waterbouwkunde in gemeentegrond gewerkt.
  8. De gemeente treedt niet op als bemiddelaar tussen aannemer en particulier. De particulier is opdrachtgever en eindverantwoordelijk voor het werk van de door hem ingeschakelde aannemer. De aannemer dient zorg te dragen voor de realisatie van een deugdelijke in-/uitrit. Deugdelijk wil zeggen dat de inrit gebruikt moet kunnen worden door een auto zonder dat er schade/verzakkingen aan de inrit ontstaan, er geen gevaar ontstaat voor de weggebruikers (bijv. struikelen over oneffenheden) en dat de inrit er netjes en strak bij ligt (geen open voegen, opstekende tegels, scheven voegen, gebroken tegels, etc). 
  9. Zie regel 7.
  10. In eerste instantie wordt gekeken naar mogelijkheden om de in-/uitrit anders te situeren. Is het daadwerkelijk nodig om gemeentelijke eigendommen te wijzigen, dan kan het zijn dat er eerst bepaalde procedures moeten worden doorlopen (bijv. kapmelding).
  11. In eerste instantie wordt gekeken naar mogelijkheden om de in-/uitrit anders te situeren. Is dit niet mogelijk en moet bijvoorbeeld de verlichting zodanig worden aangepast waardoor het verlichtingsniveau sterk achteruit gaat of bijv. een monumentale boom gerooid moet worden of beschadigd raakt, dan kan de gemeente de realisatie/wijziging van de in-/uitrit weigeren.
  12. Indien er ten aanzien van de bomenstructuur in de betreffende straat geen herplant wordt gewenst door de gemeente Nederweert wordt er een bedrag van € 150,00 in rekening gebracht voor het in stand houden van het gemeentelijk bomenareaal. Indien de boom op de ‘Bomenlijst’ van de gemeente staat, dan betekent dat dit een monumentale/beeldbepalende boom is. In dat geval zal de boom niet gerooid mogen worden of door de aanleg van de inrit beschadigd worden (bijv. wortelschade).
  13. Indien de gemeente Nederweert klachten heeft over de bestrating en/of groenvoorzieningen van de gewijzigde/gerealiseerde in-/uitrit dient de particulier dit de aannemer naar genoegdoening van de gemeente te laten herstellen.
  14. In verband met de veiligheid van de gebruikers van de openbare ruimte dienen de werkzaamheden volgens de voorschriften voor wegafzettingen te voldoen aan de CROW publicatie 96b. U kunt hiervoor informeren bij de Buitendienst van de gemeente.
  15. Voorkomen moet worden dat weggebruikers schade oplopen of gewond raken doordat de werkzaamheden niet veilig worden uitgevoerd. De particulier dient verzekerd te zijn tegen deze schade (WA).
  16. Om te voorkomen dat het straatbeeld een gribus wordt van verschillende bestratingsmaterialen worden dezelfde materialen voorgeschreven.
  17. Zie regel 15. De nieuwe inrit dient in ieder geval te bestaan uit een elementenverharding van tegels of klinkers (dus geen asfalt/Beton/kiezel/puin etc).
  18. Het is niet fraai als het trottoir onderbroken wordt door verschillende materialen. Daarnaast liggen er in het trottoir vaak dunne tegels (4,5 cm). Deze kunnen gemakkelijk breken als er overheen gereden wordt. Een dikte van 6 cm is hier beter tegen bestand.
  19. De nutsbedrijven kunnen moeilijk graven door puinfunderingen. Daarnaast kunnen er tijdens het graven in puinfunderingen vonken ontstaan. Bij lekkage van de gasleiding kan dit tot ontploffingsgevaar leiden.
  20. Nutsvoorzieningen liggen veelal in een kabel- en leidingenstrook onder het trottoir. Er zijn echter uitzonderingen. In risico situaties bij ontgraving cunet dient de aannemer de kabels en/of leidingen in het werk te lokaliseren. U kunt dit doen via een klic melding. Dit kan digitaal via www.klic.nl(externe link) of telefonisch via 0800-0080. U krijgt dan bericht waar, welke kabels en leidingen liggen.
  21. De doorstroming van de aanliggende weg moet gegarandeerd worden. Voetgangers kunnen bij afsluiting van het trottoir worden omgeleid over de weg. Hierbij rekening houden met eventuele aanwijzingen van de Buitendienst.
  22. De betreffende aannemer weet hierdoor wat de gemeente van de particulier verwacht.
  23. Parkeerhavens zijn aangelegd voor het algemeen belang en voorzien vaak in een grote behoefte.
  24. Voorkomen moet worden dat er grote vlakken verharding gaan ontstaan ten koste van het groen. Onder een dubbele inrit wordt verstaan één brede inrit voor één kavel t.b.v. het parkeren van twee auto’s langs elkaar op eigen terrein. Een gecombineerde inrit wil zeggen dat de inritten van twee kavels tegen elkaar aangelegd worden. De gecombineerd mag t.b.v. beide kavels bereden worden.
  25. Idem. Voor bedrijven is de inrit breder i.v.m. de bereikbaarheid van vrachtwagens. Onder bedrijven wordt ook verstaan agrarische bedrijven in het buitengebied. Bij smallere wegen kan een bredere inrit noodzakelijk zijn afhankelijk van de grootte van het transportverkeer. Om te voorkomen dat er schade ontstaat aan bermen/trottoirs kan in overleg met de gemeente bekeken worden welke breedte minimaal nodig is.
  26. Door deze bepaling wordt voorkomen dat de ondergrond door verjaring eigendom wordt van de particulieren. Daarnaast dient de gemeente de mogelijkheid behouden om bij bijv. herinrichtingen van wegen de inritten aan te kunnen passen.
  27. Indien de wegconstructie niet berekend cq bedoeld is voor zwaar vrachtverkeer (bijv. bij onverharde stol-/zandwegen) en het bedrijf wil hier zijn kavel op ontsluiten voor zwaar vrachtverkeer, dan zal in overleg met de gemeente bekeken moeten worden in hoeverre ander ontsluitingsmogelijkheden mogelijk zijn dan wel dat er aanvullende maatregelen van het bedrijf worden gevraagd ter verbetering van de wegconstructie. Dit om te voorkomen dat de weg continue beschadigd wordt.
  28. De waterdoorvoer mag niet belemmerd worden door een inrit. Afhankelijk van het waterdoorvoerend vermogen van de sloot dient er voor een bepaalde diameter duiker gekozen te worden. Afhankelijk van de dekking en diameter kan een gewapende buis nodig zijn. Om de waterdoorvoer te garanderen dient de duiker zo vaak als nodig schoongemaakt te worden. Bij lange duikers kunnen hiervoor de aan te brengen putten/kolken gebruikt worden.
  29. In de berm liggen vaak kabels en leidingen. Deze dienen bereikbaar te blijven. Onder asfalt/beton is dit niet mogelijk.
  30. Het onderhoud is belangrijk i.v.m. de aansprakelijkheid van de gemeente als wegbeheerder. Evt schade als gevolg van slecht onderhoud zullen door gelegd worden naar de particulier.
  31. Een aanvrager kan een verzoek indienen om af te wijken van de geldende voorschriften/richtlijnen.